Legal Guard van Achmea werd voorgetrokken bij proef met rechtshulp

Het kabinet wil dat commerciële verzekeraars een deel van de sociale rechtsbijstand gaan uitvoeren die advocaten nu leveren. Verzekeraar Achmea is bij de eerste proef voorgetrokken. Ook de aanbestedingsgrens werd ontweken.

Wat is het nieuws?

  • De Raad voor Rechtsbijstand(RvR) heeft regels over het aanbesteden van overheidsprojecten ontweken bij een pilot met rechtsbijstand. Dat blijkt uit onderzoek van NRC en documenten verkregen met een beroep op de Wet openbaarheid van Bestuur.
  • Het gaat om een proef waarbij consumentenzaken werden toegewezen aan verzekeraar Achmea, in plaats van aan een advocaat. Daarbij heeft de RvR het aantal zaken bewust omlaag gebracht zodat de Raad onder verplichte aanbesteding uit kon komen. De RvR wilde voorkomen dat ook andere verzekeraars konden meedingen.
  • De proef is onderdeel van de plannen van minister Dekker(Rechtsbescherming, VVD) om het stelsel van rechtsbijstand op de schop te nemen. In dat nieuwe stelsel moeten rechtsbijstandsverzekeraars een grotere rol krijgen om juridische problemen van burgers op te lossen, in plaats van advocaten.

„Niemand zit te wachten op rechtszaken, als het ook snel en eenvoudig kan.” Met die boodschap stuurt minister Sander Dekker (Rechtsbescherming, VVD) in de zomer van 2018 via zijn Twitter-account een videoverslag de wereld in.

De minister loopt door een kantoortuin bij Achmea, de grootste verzekeraar van Nederland. Het gaat de minister om de afdeling die rechtsbijstand verleent. Een juridisch medewerker legt Dekker uit hoe zij ene mevrouw Van Dijk met een uitkeringsconflict hielp: simpelweg door een telefoontje naar het UWV. Van Achmea, zo besluit de minister, kan hij veel leren. Want – en daarom is hij hier: „We zijn aan het kijken hoe we onze overheidsgesubsidieerde rechtsbijstand kunnen herzien.”

Maakt de minister sluikreclame voor een grote verzekeraar? Tweede Kamerleden Gijs van Dijk, Attje Kuiken (beiden PvdA) en Michiel van Nispen (SP) stellen meteen kritische vragen. „Waarom maakt u reclame voor een commercieel bedrijf dat rechtsbijstandsverzekeringen verkoopt?” Daarvan is geen sprake, sust Dekker: „Als minister voor Rechtsbescherming hecht ik groot belang aan het mij breed laten informeren.”

Wat hij níét meldt, is dat achter de schermen al is afgesproken dat Achmea de hoofdrol krijgt in een baanbrekend experiment waar Dekker verantwoordelijk voor is. Honderden rechtsbijstandbehoevenden zullen per 1 maart 2019 een jaar niet bij een advocaat worden ondergebracht, maar bij Achmea. Deze ‘pilot consumentenzaken’ is ontwikkeld door de Raad voor Rechtsbijstand (RvR), die namens Justitie en Veiligheid de gesubsidieerde rechtsbijstand in Nederland regelt. Het ministerie is nauw bij de pilot betrokken.

Het móést Achmea worden dat de pilot ging uitvoeren, blijkt uit documenten die NRC verkreeg met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. De overheidsinstanties werken zeer nauw samen met de verzekeraar. Om te zorgen dat ze met Achmea in zee konden gaan, zijn zelfs aanbestedingsregels ontweken. Andere verzekeraars maakten geen kans.

Laatste redmiddel

Via rechtsbijstand hebben ruim zes miljoen Nederlanders met een lager inkomen recht op financiële ondersteuning bij een juridisch conflict. Wie een juridisch probleem heeft, kan via de RvR een advocaat aanvragen. Het beroep op gesubsidieerde rechtsbijstand steeg sinds de eeuwwisseling met 40 procent. Het kabinet vindt de kosten, ruim 400 miljoen euro per jaar, inmiddels te hoog.

Rechtshulp? Het mag vooral niet méér kosten

Ook vindt Dekker het stelsel niet effectief genoeg. Daarom probeert hij tot een nieuw systeem te komen. Een gang naar de rechter moet het laatste redmiddel zijn, in plaats van een automatisme. Advocaten wil hij betalen „voor de oplossing die ze bieden en niet, zoals nu, om te procederen”, meldt het persbericht hierover. Hij wil minder op advocaten leunen en ruimte bieden aan private partijen, zoals rechtsbijstandsverzekeraars.

Het risico is, volgens onderzoeken die Dekker liet uitvoeren naar zijn plannen, dat grote verzekeraars met elkaar gaan concurreren ten koste van de kwaliteit van rechtshulp. Dat is waar advocaten al langer voor vrezen. Zij ervaren nog een ander probleem: onderbetaling. Sommigen werken de helft van de tijd ‘gratis’ aan rechtsbijstandszaken. Ze doen het werk, maar krijgen er niet voor betaald. Extra geld wil Dekker echter niet vrijmaken.

Het bezoek aan Achmea en het filmpje van Dekker vallen slecht onder advocaten. „Soms is de werkelijkheid niet te bevatten”, twittert advocaat Chris Sent bijvoorbeeld. „De minister van rechtsbescherming maakt reclame voor rechtsbijstandsverzekeraar op zn weg sociale advocatuur af te branden. #GOTSPE”

Bij het ministerie is men juist uitermate tevreden met het bezoek van Dekker aan Achmea. Een half uur nadat de delegatie het kantoor in Tilburg heeft verlaten, gaat een enthousiast e-mailverslag uit naar onder anderen Henrike Karreman, als programmadirecteur verantwoordelijk voor de vernieuwing van het rechtsbijstandsstelsel. „Minister leek er oren naar te hebben”, valt te lezen in de mail. Dekker blijkt bij Achmea op de hoogte te zijn gebracht van het plan dit bedrijf via een pilot rechtsbijstandszaken te laten behandelen. De verzekeraar „hield zich netjes aan de afspraken”, constateert een ambtenaar.

Voorsprong voor Achmea

De RvR en het ministerie werken dan al een poosje aan vernieuwing van de rechtsbijstand. Maar wat werkt? Om dat uit te vinden, worden proefprojecten opgezet. Voor het meest omstreden project – rechtshulp overhevelen van onafhankelijke advocaten naar het bedrijfsleven – komt slechts één partij in aanmerking, blijkt uit interne documenten: Achmea.

Waarom? De RvR stelt desgevraagd dat de contacten met Achmea voortkwamen uit een eerdere proef, bedoeld om conflicten tussen huurders en woningcorporaties makkelijker te beslechten. Als rechtsbijstandsverzekeraar heeft Achmea ervaring met een „gestandaardiseerde werkwijze” en daarvoor had de RvR „belangstelling”. Dat rechtsbijstandsverzekeraars DAS en Univé aan diezelfde proef meewerkten en daarmee dus ook al contacten bestonden, meldt de Raad niet.

Achmea krijgt dankzij de rechtsbijstandspilot een kennisvoorsprong op de concurrentie. Commerciële rechtsbijstand in Nederland is een volwassen industrie. Jaarlijks gaat er zo’n 750 miljoen euro in om, waarvan 180 miljoen via Achmea. De sector zal fors groeien als hij – zoals Dekker wil – een rol krijgt in de gesubsidieerde rechtsbijstand.

RvR, ministerie en Achmea trekken nauw met elkaar op. Hoe nauw, blijkt uit de beantwoording van de Kamervragen over Dekkers bezoek aan de verzekeraar. Achmea levert na overleg met topambtenaar Karreman een Word-document met input – „een paar krabbels”, volgens een Achmea-medewerker – om de kritische vragen te helpen beantwoorden.

Ook deelt de RvR data over duizenden rechtsbijstandszaken – deels vertrouwelijke informatie – met Achmea. Ze concluderen samen dat het onderdeel van de verzekeraar dat de pilot gaat uitvoeren, LegalGuard, een goede businesscase heeft.

Achmea houdt de RvR voor dat veel „van de consumentengeschillen zonder advocaat kunnen worden afgedaan”, blijkt uit het projectplan. De verzekeraar verwacht „een aanzienlijke daling”, maar hoeveel zaken zonder advocaat kunnen is in de Wob-documenten zwartgelakt. Dat zou vertrouwelijke informatie zijn.

Hoeveel Achmea verdient aan de pilot, blijft ook geheim. Per rechtszoekende ontvangt het 626 tot 929 euro. Daar komt een onbekend bedrag voor projectkosten bij.

10 miljoen voor experimenten

Hoe graag de RvR wil dat Achmea de pilot doet, blijkt eind 2018. De Raad schakelt een adviesbureau in Europees aanbestedingsrecht in. „De Raad heeft aangegeven aan Achmea te willen gunnen”, schrijft het bureau. Het voorziet problemen: voor juridische diensten geldt een aanbestedingsgrens van 750.000 euro en de pilot dreigt duurder uit te vallen. Het bureau adviseert de Raad in november 2018 „toch een aanbesteding te starten of het aantal zaken dat in de pilot wordt getest te beperken”. De Raad brengt het aantal zaken met een kwart terug naar maximaal 750.

Dat aantal dreigt bij lange na niet gehaald te worden, leert navraag bij RvR en Achmea. In december stond de teller op veertien. De Raad heeft „nog geen verklaring voor het geringe aantal zaken in de pilot”. Rechtszoekenden hebben nu de keus of zij zich door Achmea laten helpen of door een advocaat. Advies van het Juridisch Loket om door Achmea te worden geholpen wordt „niet altijd opgevolgd”, stelt de RvR.

Bij een debat eind vorig jaar zei minister Dekker, zonder cijfers te noemen, dat burgers maar moeilijk verleid konden worden deel te nemen aan de pilot. Van een mislukking wilde hij niet spreken. „Ik vind het belangrijk dat die mensen het gevoel hebben dat zij goed zijn geholpen.”

De ambitie van de minister voor Rechtsbescherming om de rechtsbijstand drastisch te hervormen, staat nog fier overeind. In december zegde hij 10 miljoen euro toe voor nieuwe experimenten. In zijn persbericht nodigde hij onder meer advocaten en verzekeraars uit zich te melden. „Stap voor stap kunnen we dan toegroeien naar een verbeterde rechtsbijstand.”

Bron: NRC 13 januari 2020 door Camil Driessen en Mark Lievisse Adriaanse