werkgever

Beslag op inboedel Belastingdienst

 De Belastingdienst kan beslag leggen op uw inboedel als u de Belastingdienst niet heeft betaald. Dit is één van de wettelijke invorderingsrechten van de Belastingdienst. De Belastingdienst kan zonder tussenkomst van de rechter beslag leggen op de inboedel. De Belastingdienst kan zelf een dwangbevel uitvaardigen om betaling te vorderen. Betaalt u niet binnen twee dagen na ontvangst van het dwangbevel, dan mag de Belastingdienst beslag leggen op uw inboedel. De belastingdeurwaarder kan vervolgens de inboedel via een openbare verkoop verkopen. Dit indien u na de beslaglegging nog niet heeft betaald. Uit de opbrengst van de openbare verkoop worden eerst voldaan de kosten die zijn gemoeid met de beslaglegging en de openbare verkoop en vervolgens de belastingaanslagen waarvoor de fiscus beslag op uw inboedel heeft gelegd.  Het kan dus zijn dat u met een restschuld blijft zitten nadat de belastingdienst uw inboedel heeft verkocht.

Beslagverboden deurwaarder

Wettelijk beslagverboden deurwaarder. De deurwaarder mag op bijna alle goederen beslag leggen. Er is een aantal uitzonderingen die de wet noemt waar geen beslag op gelegd mag worden, namelijk:

  • Beslag op uw bed en beddengoed.
  • Beslag op uw kleding .
  • Beslag op eten en drinken voor het gezin voor één maand (op de koelkast mag wel beslag gelegd worden, op de inhoud niet).
  • Beslag op gereedschap om geld mee te verdienen (eigen bedrijf).
  • Beslag op spullen die opgenomen zijn in een notariële akte, die niet van u zijn.
  • Beslag op spullen van een huurder (vermeld in het huurcontract).

Deze wettelijke beslagverboden gelden niet alleen voor de belastingdeurwaarder, maar ook voor de civiele gerechtsdeurwaarder.

Proces-verbaal beslag inboedel

De belastingdeurwaarder legt beslag op uw inboedel en maakt een lijst van de spullen die in uw huis staan. Dit noemt men een ‘proces-verbaal’ van beslag inboedel. De deurwaarder kan alleen een proces-verbaal maken als hij bij u thuis langs is geweest en de inbeslaggenomen spullen heeft gezien. Soms komt het wel eens voor dat een deurwaarder door het raam uw woning inkijkt en de spullen in beslag neemt (lees: opschrijft) die hij ziet staan. Dit heet een zogenaamd raambeslag. De wet biedt echter geen mogelijkheid voor de deurwaarder om ‘raambeslag’ te leggen. Formeel moet de deurwaarder dus bij u thuis binnen zijn om wettelijk beslag op uw inboedel te kunnen leggen. Indien u niet thuis bent, mag de deurwaarder terugkomen met politie en een slotenmaker om beslag te leggen op uw inboedel en een proces-verbaal van beslag op te maken. De voordeur van uw woning mag daarbij door de slotenmaker worden geforceerd en moet nadien weer worden afgesloten. De politie is verplicht u een zelfstandig proces-verbaal van binnentreding te verstrekken. Dit dient te zijn opgemaakt door de Hulpofficier van Justitie (minimaal rang van inspecteur bij de politie) met vermelding van het tijdstip en de reden van binnentreding. De politie is aanwezig bij het beslag op uw inboedel ter waarborging van uw belangen in uw afwezigheid. Na de beslaglegging moet de deurwaarder binnen drie dagen bij u langskomen met het proces-verbaal van het beslag op uw inboedel. In dit proces-verbaal staat meestal een datum wanneer de openbare verkoop van uw inboedel plaatsvindt. Na de beslaglegging kunt u nog gebruik maken van uw inboedel. Het is echter verboden voor u om na het beslag roerende zaken de inboedel te verkopen of te verplaatsen. Verkoop of verplaatst u uw inboedel, ondanks dat er beslag op is gelegd, dan is dit een misdrijf. De deurwaarder kan aangifte doen van een strafbaar feit als er zaken door u aan het beslag zijn onttrokken.

Wilt u meer informatie hoe u beslaglegging op uw inboedel kunt voorkomen, of u heeft stukken van de deurwaarder of de belasting ontvangen waaruit blijkt dat er beslag op uw inboedel is of wordt gelegd, neem dan gelijk contact op met Sociaal Verhaal.

Beslag deurwaarder buitenproportioneel

In sommige gevallen is het beslag op uw inboedel als buitenproportioneel aan te merken. Het beslag en de verkoop van uw inboedel moet voldoende geld opleveren om de beslag- en verkoopkosten en (een deel van) de belastingschuld te kunnen betalen. Er komen namelijk aanzienlijke deurwaarderskosten bij voor het beslag leggen en de openbare verkoop. De opbrengst van uw inboedel moet dus veel geld opleveren, wil de executie niet als buitenproportioneel zijn aan te merken. In elk geval dient de opbrengst van de executoriale verkoop hoger te zijn dan de beslag- en verkoopkosten van de deurwaarder. Meestal zijn de kosten voor het beslagleggen en de openbare verkoop hoger dan de opbrengst van de inboedel. Het is verstandig om dit vooraf al aan de deurwaarder duidelijk te maken. Bijvoorbeeld door middel van een taxatie van de vermoedelijke verkoopopbrengst van uw inboedel door een andere deurwaarder. Zet de deurwaarder het beslag en de openbare verkoop toch door en levert dit nagenoeg niets op, dat maakt de deurwaarder misbruik van zijn bevoegdheid. Er moet gekeken worden naar het minst ingrijpende middel om de belastingschuld te innen. Zijn er minder ingrijpende middelen om de belastingschuld te incasseren, dan moet er gebruikt gemaakt worden van deze alternatieven. U kunt dan denken aan beslag op de uitkering tot aan de wettelijke beslagvrije voet of het afspreken van een betalingsregeling. Zet de belastingdeurwaarder de executoriale verkoop van uw inboedel toch door, dan kunt u in geval van een belastingdeurwaarder, uiteindelijk een klacht indienen bij de Nationale Ombudsman. In geval van een civiele gerechtsdeurwaarder, dan kunt u een klacht indienen bij de Nationale Ombudsman en bij de Koninklijke Beroepsvereniging van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Dit kan online via de formulieren op de websites. Tot slot is het zo, dat een deurwaarder u niet ‘dreigbrieven’ mag sturen, zonder de dreigementen na te komen. Dit betekent, dat als u van de deurwaarder brieven ontvangen waarin hij beslag op uw inboedel aankondigt, de deurwaarder dit ook feitelijk moet uitvoeren. De deurwaarder moet tevens beschikken over een dwangbevel of een andere executoriale titel (zoals een vonnis) om beslag te kunnen leggen op uw inboedel. De deurwaarder mag geen druk uitoefenen door het beslag aan te kondigen terwijl er geen dwangbevel of andere titel is. In beide situaties kunt u eveneens een klacht tegen de deurwaarder indienen bij de Nationale Ombudsman en of de KBvG.

Beslaglegging inboedel voorkomen

 Beslaglegging op uw inboedel is op verschillende manieren te voorkomen. In de eerste plaats kunt u  beslag op uw inboedel voorkomen door een betalingsregeling met de deurwaarder te treffen. De deurwaarder is niet verplicht om uw betalingsvoorstel te accepteren. Zorg voor een redelijk betalingsvoorstel dat u kunt nakomen. Bij een belastingaanslag kunt u met een verzetdagvaarding de executie of beslaglegging op uw inboedel voorkomen. De Belastingdienst kan een dwangbevel uitvaardigen zonder tussenkomst van de rechter. Het is dan mogelijk om binnen vier weken na betekening door de deurwaarder van het dwangbevel aan u in verzet te gaan tegen dit dwangbevel. U kunt verzet instellen door de Belastingdienst te dagvaarden. U doet dit bij de rechtbank. Loopt er een gerechtelijke procedure, dan mag de belastingdienst de invordering niet voorzetten. Ten derde kunt u altijd door een taxateur of door een andere deurwaarder een waardebepaling laten opstellen van de waarschijnlijke executie-opbrengst van de inboedel van uw woning. Blijkt hieruit dat de verkoop niets oplevert, dan kunt u daarmee beslaglegging van uw inboedel voorkomen.  Tot slot is het verstandig om bij de notaris of door middel van een onderhandse akte, op papier vast te leggen welke spullen van de inboedel in uw woning niet aan u, maar aan anderen toebehoren. Daarmee kunt u beslaglegging op de inboedel die niet van u is, voorkomen. Wilt u meer informatie hoe u beslaglegging op uw inboedel kunt voorkomen, of u heeft stukken van de deurwaarder of de belasting ontvangen waaruit blijkt dat er beslag op uw inboedel is of wordt gelegd, neem dan gelijk contact op met Sociaal Verhaal. Wij helpen u kosteloos om beslaglegging te voorkomen.