De rol van de bestuursrechters in de toeslagenaffaire is reeds scherp bekritiseerd, maar ook in rechtszaken over arbeidsongeschiktheid is de burger per definitie de dupe: het UWV kauwt voor, de rechter slikt door.

Afgelopen oktober publiceerde de Raad voor de Rechtspraak een kritisch rapport over de rol van bestuursrechters in de toeslagenaffaire. In het rapport wordt onder meer geconcludeerd dat zij onvoldoende oog hadden voor het belang van de burger en dat zij te gemakkelijk de rigide lijn van de Raad van State, de hoogste rechter in deze zaken, volgden. Dat betekende bijvoorbeeld dat de volledige toeslag werd teruggevorderd, terwijl het in kwestie ging om een betalingsverschil van 3 euro.

Diezelfde Raad van State liet recentelijk weten dat zij ook zelf niet goed heeft geacteerd in de rechtszaken over het terugvorderen van de kinderopvangtoeslag. Het ‘alles-of-niets-beleid’ dat de Raad hanteerde was onrechtvaardig en de ouders werden hiervan ten onrechte de dupe. De menselijke maat ontbrak en de rechtsbescherming van de burger kwam danig in de knel. En dat nota bene door toedoen van de rechterlijke macht. De Raad voor de Rechtspraak en de Raad van State maakten excuses en beloofden beterschap.

Maar dat is niet genoeg en verhult dat er meer aan de hand is in het land van de bestuursrechtspraak. Ook op het terrein van sociale verzekeringen, en dan in het bijzonder die met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid, schieten rechters tekort. Ook daar zijn burgers de dupe van een weinig empathische en partijdige bestuursrechter.

Klachten

Onder meer een onderzoeksrapport van de SP (‘Ziek van het UWV’) registreerde het afgelopen jaar talloze klachten over de gebrekkige uitvoering van de ZW (Ziektewet), de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) en de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) door het UWV.

Ik kan deze vaststelling aanvullen met honderden voorbeelden uit mijn eigen praktijk. Als je aanspraak maakt op een arbeidsongeschiktheidsuitkering word je gekeurd door de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige. Die keuringen stellen weinig voor. Het gesprek bij de arts duurt vaak amper een uur. Soms is het niet meer dan twee keer buigen, drie keer slikken en hoppatee, je wordt geacht aan het werk te kunnen.

De arbeidsdeskundige bespreekt vervolgens met je welke functies geschikt zijn. Met behandelend artsen wordt vaak geen contact opgenomen, terwijl die verzekeringsarts jou nauwelijks kent. Hij moet over jouw arbeidsvermogen oordelen met een vaak onvolledig dossier en een kort spreekuurcontact. Bovendien zijn verzekeringsartsen geen expert op het gebied van bepaalde ziektes en aandoeningen en de beperkingen dien daaruit voortvloeien.

Ten slotte, de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige zijn in dienst van het UWV. Zij zijn dus niet onafhankelijk. Het is een publiek geheim dat zij met (politieke) targets werken. Uitgangspunt: zo min mogelijk mensen de ZW, WIA of WAO in.

Bezwaar

Maar gelukkig kun je dan altijd nog je recht halen bij de rechtbank, zou je denken. Dat zou inderdaad het geval moeten zijn, maar de werkelijkheid is vaak anders. Wanneer je het oneens bent met het UWV en meent aanspraak te hebben op een uitkering kun je, na een bezwaarprocedure bij het UWV, de zaak aan de bestuursrechter voorleggen. De rechter is meestal goed op de hoogte van het dossier. Hij neemt dus ook kennis van het feit dat het UWV-onderzoek gebrekkig is, dat verzekeringsartsen geen experts zijn en dat zij, evenals de arbeidsdeskundigen, in dienst zijn van het UWV.

De tegenpartij dus van de klager en derhalve op voorhand niet onafhankelijk en objectief. Ondanks dat alles zijn bestuursrechters in verreweg de meeste procedures van mening dat er geen reden is te twijfelen aan het oordeel van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige dat betrokkene volledig arbeidsgeschikt is en de uitkering stopgezet kan worden. Maar de rechter oordeelt daarbij zonder enig onderzoek. Hij neemt de woorden van het UWV, in het bijzonder van de verzekeringsarts, voor waar aan. Het verhaal van de klager wordt niet serieus genomen.

Kortom, de bestuursrechter neemt zo ongeveer over wat het UWV heeft verklaard. Het UWV heeft voorgekauwd, de rechter slikt door. Een beleid dat in de toeslagenaffaire voor veel ellende en slachtoffers heeft gezorgd. De bestuursrechter doet geen recht aan de argumenten en de positie van de klager. Het onderzoek naar het recht op uitkering door het UWV is al niet eerlijk, maar wanneer de rechter zich dan zo gemakkelijk bij de uitkomsten daarvan aansluit, is er geen sprake van een behoorlijke rechtsgang.

Partij kiezen

Dat steekt temeer nu de bestuursrechter geen arts is en hij daarom de vaststelling van de verzekeringsarts niet inhoudelijk kan beoordelen. Hij kiest onomwonden partij voor het UWV. Klager is weer de dupe. De kansen van klagers in een procedure over het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering worden door het gebrekkige onderzoek van het UWV en de legitimering hiervan door de bestuursrechter, geminimaliseerd.

Het is aan de bestuursrechter zelf hierin verandering te brengen en inhoud te geven aan zijn boodschap van beterschap beloven. Bestuursrechters moeten een (medisch) deskundige aanwijzen wanneer partijen van mening verschillen over de vraag of betrokkene tot werken in staat is. Dan komt er in ieder geval een eerlijk(er) oordeel. Zolang dit niet gebeurt hebben ook klagers in zaken over arbeidsongeschiktheid te maken met een partijdige bestuursrechter. Het land van de bestuursrechters verdient niet alleen een frisse wind in toeslagzaken.

Bron: de Volkskrant – Jean-Louis van Os

In 2008 ging het om ruim 660.000 huishoudens, oftewel 9,1 procent. In 2014 was dat gestegen naar 875.000, oftewel 11,6 procent.

Cijfers over 2015 zijn er nog niet, maar het stijgt waarschijnlijk niet verder, omdat de economie uit het dal kruipt en de werkloosheid daalt, zegt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

In totaal krijgen bijna twee miljoen huishoudens een uitkering. Wanneer die uitkering minstens 40 procent van het bruto inkomen vormt, geldt een huishouden als sterk afhankelijk. De meesten zijn arbeidsongeschikt, zitten in de bijstand of zijn werkloos.

Daarnaast is er een kleine groep die bijvoorbeeld een Wajong-uitkering krijgt, voor gehandicapte of langdurig zieke jongeren. Gepensioneerden zijn niet meegenomen, omdat zij niet meer werken en dus geen salaris hebben.

Allochtonen

Eenoudergezinnen en allochtonen zijn volgens het CBS relatief vaak sterk afhankelijk van een uitkering. Ongeveer de helft van de afhankelijken zit daar langdurig in, dus minstens vier jaar achter elkaar.

Het percentage afhankelijken is nu even hoog als in 2004 en 2005. In de jaren erna was het percentage een tijdje gedaald doordat de economie groeide. Maar door de crisis zijn we vanaf 2008 weer teruggekomen op het oude niveau.

Toch is er een verschil met tien jaar geleden. Het totaal aantal uitkeringen ligt nu namelijk hoger, terwijl de afhankelijkheid ervan even hoog is als toen. Dat komt mogelijk doordat er meer tweeverdieners zijn. Als iemand dan werkloos raakt, is er vaak een ander inkomen om op terug te vallen.

Bron: nu.nl

Eén op de tien mensen in de bijstand is langer dan vijftien jaar afhankelijk van die uitkering. Vooral ouderen van boven de 45 jaar en laagopgeleiden zitten lang in de bijstand.

Dat blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die adviesbureau De Argumentenfabriek heeft opgevraagd, meldt de Volkskrant.

De overheid probeert al lange tijd uitkeringsgerechtigden aan het werk te krijgen. De gemeenten hebben daarbij meer verantwoordelijkheid gekregen als gevolg van de Participatiewet.

Driekwart van de bijstandspopulatie zit na een jaar echter nog steeds in de uitkering. Het overgrote deel van de bijstandspopulatie, zeker 65 procent, bestaat uit laaggeschoolden. Dit zijn mensen die geen startkwalificatie hebben: een diploma op mbo2-niveau.

Bron: nu.nl

Het UWV verstrekt uitkeringen aan een grote groep gedetineerden, terwijl zij daar volgens de wet geen recht op hebben. Dat stelt Nieuwsuur maandag op basis van eigen onderzoek.

Nieuwsuur heeft verschillende steekproeven gedaan. Zo blijkt onder meer dat van een groep van 2.200 gedetineerden die voorafgaand aan hun straf een uitkering kregen, 550 nog altijd geld ontvangen. De totale schade is niet bekend, maar zou behoorlijk oplopen.

Mensen die in de gevangenis zitten, hebben geen recht op een uitkering. De uitkeringen blijven echter doorlopen door problemen in de bedrijfsvoering van het UWV, stelt het nieuwsprogramma.

Officieel moeten veroordeelden zelf doorgeven dat ze vastgezet worden, zodat hun uitkering stopgezet kan worden. Het UWV controleert dit vervolgens, maar schiet daarin tekort. Zo zou de database sterk verouderd zijn en het controleproces te ingewikkeld.

Minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees stelt naar aanleiding van de publicatie een onderzoek in naar de gang van zaken bij het UWV.

Bron: nu.nl