De deurwaarder controleert de deurwaarder ?!

In de vorige blog is verhaal gedaan over ‘onwil’ / ‘gebrek aan daadkracht’ van toezichthouder BFT (Bureau Financieel Toezicht) en van de beroepsvereniging van gerechtsdeurwaarders (KBvG) om actie te ondernemen tegen deurwaarderskantoren die – in strijd met de Wet – de Basisregistratie Personen (BPR) raadplegen voor niet-ambtshandelingen ten behoeve van een commerciële derde-partij. Het ging daarbij om de grootste gerechtsdeurwaardersgroep – GGN – die een BPR-bevraging doet voor het betekenen van een oproep voor E-Court. E-Court is een – in primo ten behoeve van zorgverzekeraars – opgericht commercieel arbitrage-instituut. De doelstelling van E-court is voor de zorgverzekeraars om ‘tegen lage kosten en op efficiënte wijze’ een rechtens afdwingbare vordering op hun (niet-betalende) ziektekosten-verzekerden te verkrijgen. De KBvG had op dit punt in 2010 een bestuursnotitie genomen, dat ‘het betekenen door een deurwaarder van een oproep voor E-Court géén ambtshandeling is’. Er mag wettelijk géén persoonsbevraging in het BPR (voorheen: GBA) door een gerechtsdeurwaarder voor een oproep van E-Court worden gedaan. Aldus de KBvG in 2010.. De lucratieve praktijk dat de grotere deurwaarderskantoren, zoals GGN, veelvuldig oproepingsexploten voor E-Court betekenen, deed de KbvG op 18 februari 2016 besluiten om een ‘nieuwe bestuursnotitie’ openbaar te maken dat ‘elk exploot een ambtshandeling is’. De rechtbank Amsterdam (KvG) had hiervoor nét uitspraak gedaan dat een ‘oproep door een deurwaarder voor E-Court’ wettelijk géén ambtshandeling is’. Dit alles lijkt erop dat de directeur van de KBvG, mevrouw Karin Weisfelt, commerciële belangen van individuele bestuursleden van de KBvG (GGN gerechtsdeurwaarder Rinus van Etten is bestuurslid van de KBvG) boven de Wet en boven de rechter stelt. In de huidige visie van de KBvG is klaarblijkelijk zelfs het ‘betekenen van een telefoonboek door de deurwaarder’ aan te merken als een ambtshandeling en mag daarvoor een persoonsbevraging worden gedaan. Dat de wet en de rechtspraak anders zegt, regardeert de KBvG kennelijk niet.

Evident is, dat er voor de leden van de KBvG grote financiële belangen spelen om maar zoveel mogelijk verrichtingen als ‘ambtshandeling’ aan te merken. Dit leidt tot E-Court excessen. Vanwege deze kwalijke gang van zaken binnen de KBvG dient de politiek zich ernstig af te vragen of de controle op rechtmatig gebruik van persoonsgegevens door deurwaarders nog wel dient te rusten bij de deurwaarders zelf. De situatie is nu zo dat er vanuit de deurwaardersberoepsgroep in 1995 een stichting is opgericht (Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders, SNG), die de controle op gerechtsdeurwaarders uitvoert óf de BPR-bevragingen rechtmatig zijn. De bestuursleden van de SNG (u raadt het al) zijn in hoofdzaak dezelfde bestuursleden als die van de KBvG (onder andere de gerechtsdeurwaarders Rinus van Etten en Michael Brouwer (directeur/eigenaar van Syncasso)).

Wanneer daar dan nog – als klap op de vuurpijl – bijkomt dat de Voorzitter van de KBvG, deurwaarder Wilbert van de Donk, samen met mede-KBvG-bestuurslid, deurwaarder Michael Brouwer, een ‘big data company’ (www.reazon.nl) zijn begonnen om informatie te verkopen om ‘het risico dat de vordering niet verhaalbaar blijkt te zijn in de minnelijke en/of gerechtelijke fase te minimaliseren’, is het absoluut maatschappelijk noodzakelijk dat de KBvG haar controlerende bevoegdheden in de ‘privacy-waakhond’ SNG onmiddellijk opgeeft. Dit klemt temeer omdat ook de aangewezen onafhankelijke toezichthouder, BFT, aan de zijlijn blijft staan en kennelijk deze oneigenlijke deurwaarderspraktijken toestaat. Indien het toezicht faalt, is het woord aan de politiek.

Nota bene: De informatie op basis waarvan dit artikel tot stand is gekomen, is verstrekt door verschillende gerechtsdeurwaarders die graag anoniem willen blijven. Feit is dat niet elke gerechtsdeurwaarder achter de handelswijze van de directeur en de betrokken bestuursleden van de KBvG staat.