Yarden: Stand van zaken na uitspraak spoedappel Gerechtshof Leeuwarden

De zaak gaat over 390.000 zogenaamde pakketpolissen of naturapolissen die recht bieden op een complete begrafenis of crematie. Yarden heeft de pakketten in 2018 op een vast bedrag gewaardeerd en wil kostenstijgingen vanaf 1 januari 2020 voor rekening van de polishouders brengen. Zij beroept zich op een en bloc-clausule in haar algemene voorwaarden. Pakketpolishouders verzetten zich tegen deze versobering, zoals Yarden het noemt. Zij hebben een vast pakket met uitgestelde levering gekocht en willen geen open einde waarbij hun nabestaanden met Yarden moeten onderhandelen.

Het spoedappel

Het Gerechtshof Leeuwarden heeft met haar arrest van 1 december 2020 niet onderzocht of het noodzakelijk is dat Yarden een technische voorziening treft van 300 miljoen, of de pakketpolis een waarde heeft van € 3201 en hoe de verhoging van € 64 over 2020 tot stand is gekomen. Deze punten laat de Voorzieningenrechter uitdrukkelijk aan het oordeel van de bodemrechter over. Dit geldt tevens voor het definitief oordeel of Yarden gerechtigd is om op basis van de en bloc clausule in haar algemene voorwaarden jaarlijks de kosten te verhogen voor de natura uitvaartpolishouders.

Yarden zegt

De Ombudsman

De polissen werden in een ver verleden verkocht en waren begin deze eeuw niet meer rendabel voor Yarden. In 2007 probeerde Yarden  de pakketpolissen om te zetten naar sommenpolissen die recht geven op een bepaald bedrag aan uitvaartproducten. De Ombudsman adviseerde meteen de omzetting terug te draaien.

Het coulancebeleid

Yarden draaide de omzetting niet terug, maar voerde van 2007 tot 2020 een coulancebeleid. In 2018 ontdekte zij ineens dat de omzetting in 2007 niet goed was gegaan. Zij moest deze ontdekking melden aan DNB, die Yarden op grond van de regelgeving voor uitvaartverzekeraars dwong om € 200 miljoen extra te reserveren. In 2020 gaat het zelfs om € 300 miljoen. Als Yarden niet voldoende reserveert, gaat zij failliet of grijpt DNB in.

De en bloc-clausule 1993

Yarden beroept zich om een faillissement of DNB ingrijpen te voorkomen op een en bloc-clausule in haar algemene voorwaarden van 1993. Die en bloc-clausule biedt de mogelijkheid de pakketpolissen te versoberen. Yarden waardeert de pakketten op € 3.201. Dat is de gemiddelde kostprijs voor de zusteronderneming die de uitvaarten verzorgt en minder dan de helft van de commerciële waarde. De kostenstijging over 2020 is 2%, zodat nabestaanden dat jaar € 64 moeten bijbetalen wanneer zij het hele pakket nemen. Het is onmogelijk te zeggen wat de stijgingen over latere jaren zijn. Uit adviezen van DNB, Pels Rijcken, De Brauw Blackstone Westbroek en Ekelmans & Meijer volgt dat dit beroep op deze en bloc-clausule onder deze omstandigheden is gerechtvaardigd.

De overname door Dela

Yarden en Dela sloten in 2019 een overnameovereenkomst. Terwijl Yarden en Dela nog onderzochten hoe zij aan de door de ACM gestelde eisen konden voldoen, bepaalde de kortgedingrechter Almere dat Yarden de versobering moet opschorten totdat de bodemrechter oordeelt dat deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. Dela zou de versobering voor de eerste tien jaar na de overname toch al hebben teruggedraaid, maar blies de overname nu af omdat zij het risico dat de versobering van de pakketpolissen zou standhouden optimistischer had ingeschat.

Het Kifid

Minstens 120 verzekerden dienden een klacht in bij het Kifid. De Geschillencommissie oordeelde na grondig onderzoek dat de versobering naar maatstaven van redelijkheid niet onaanvaardbaar is.

Het verweer van de pakketpolishouder

Het advies van de Ombudsman is bindend

De Ombudsman adviseerde in 2007 dat de versobering niet mag. De polisvoorwaarden bepalen dat het advies bindend is.

Niemand weet hoe het coulancebeleid van Yarden luidde

Yarden voerde vanaf 2007 een schimmig coulancebeleid, dat erop neerkwam dat alleen nabestaanden die hard genoeg klaagden en niet onder de druk van Yarden bezweken aan betalingen van vele duizenden euro’s ontkwamen. De rechtbank Maastricht wees in 2013 een vordering tegen een nabestaande af omdat het coulancebeleid van Yarden totaal onduidelijk was. Verdere procedures zijn niet bekend.

Yarden liegt over de ontdekking in 2018

Het is na het advies van de Ombudsman in 2007 en de uitspraak van de rechtbank Maastricht in 2013 onzin dat Yarden in 2018 ineens ontdekte dat de versobering niet mag. Yarden produceerde ook geen stukken of verklaringen die die plotselinge ontdekking onderbouwen.

Yarden heeft het hele probleem over zichzelf afgeroepen

Het hele probleem is te wijten aan het slechte reserveringsbeleid van Yarden. Zij had vanaf 2007 voldoende moeten reserveren. Tijdens de mondelinge behandeling van het kort geding bleek ook dat een overnamekandidaat met de naam Dragon Yarden in 2018 dwong om eerst orde op zaken te stellen. Yarden misbruikt daarvoor Solvency II en DNB en lijfde daarom ook meteen de stille curator van DNB De Groot in. De Groot werd direct nadat zijn werk in het belang van de polishouders er op zat woordvoerder van Yarden.

Yarden kan niet aantonen dat deze en bloc-clausule van toepassing is

Partijen zijn het erover eens dat pakketpolishouders recht hebben op het in de rechtenlijst genoemde pakket. Yarden weet zelf niet welke algemene voorwaarden verder van toepassing zijn. Zij heeft zich in 2007 op bepaalde polisvoorwaarden beroepen en in 2018 ineens weer oudere voorwaarden van toepassing verklaard. Het is onduidelijk welke en bloc-clausule nou eigenlijk van toepassing is.

De algemene norm voor en bloc-clausule geldt niet voor deze pakketpolishouders

Yarden beroept zich op allerlei adviezen van advocatenkantoren met verzekeringssecties, maar brengt die niet in het geding.

De en bloc-clausule waarop Yarden zich nu beroept, zijn niet transparant omdat zij ergens halverwege de algemene voorwaarden zijn verstopt en ook voor een geoefend oog compleet onleesbaar zijn. De clausule is bovendien onredelijk bezwarend omdat hij Yarden de mogelijkheid biedt om de rechten van pakketpolishouders eenzijdig naar eigen inzicht aan te passen. Het verzekeringsrecht biedt de mogelijkheid een en bloc-clausule op te nemen, mits de verzekerde naar aanleiding van een beroep daarop kan opzeggen. Het staat op grond van de wet en de jurisprudentie vast dat een en bloc-clausule in het algemeen niet met het karakter van een verzekeringsovereenkomst valt te rijmen en een verzekeraar zich daarop slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan beroepen. Bijvoorbeeld ter voorkoming van een faillissement. Bij veel verzekeringen wordt het risico op de schade die uit een onzeker voorval voortvloeit tijdelijk op de verzekeraar overgedragen. Die verzekeringen lenen zich op zichzelf voor een tussentijdse evaluatie. Bij een pakketpolis gaat het niet om een onzeker voorval, maar is alleen het moment waarop het risico zich zal verwezenlijken onzeker. De bepaling dat de verzekerde naar aanleiding van een beroep op een en bloc-clausule kan opzeggen is voor een pakketpolis dan ook een dode letter omdat de polishouder in dat geval met een veel te lage afkoopwaarde achterblijft. Een en bloc-clausule is daarmee per definitie onverenigbaar met het karakter van een pakketpolis.

Yarden hanteert verkeerde waarderingsgrondslagen

De manier waarop Yarden de waarde en bijbetaling bepaalt, komt niet met de waardering volgens de en bloc-clausule overeen. Volgens de en bloc-clausule moet de waarde aan de hand van de reserve voor een afzonderlijk gedefinieerde groep polishouders worden bepaald. De pakketpolishouders zijn in de jaarcijfers niet afzonderlijk gedefinieerd. Het is een volstrekt raadsel hoe Yarden de waardes en bijbetalingen bepaalt. Verzekerden hadden een pakket en hebben nu ineens te maken met pakketwaardes, verzekerde waardes, verzekerde sommen en afkoopwaardes. De gemiddelde kostprijs van een uitvaart is voor pakketpolishouders niet van belang. Het gaat om de waarde van hun pakket. Yarden kan op geen enkele manier toelichten hoe de prijsstijgingen worden berekend. De ene keer gaat het om een door alle verzekeraars gehanteerde index. De andere keer om de inflatie. Dan weer om de kortingen die zij bij haar eigen uitvaartbedrijf kan bedingen. En soms gaat het om de prijzen van koffie, cake en kisten. Al met al blijft het een raadsel wat het verband is met de extra voorziening die Yarden zegt aan te houden en de prijsstijgingen voor pakketpolishouders. Wat wel opvalt, is dat Yarden zegt dat zij in 2018 een extra reservering van € 200 miljoen aanhield voor 390.000 pakketpolissen. Die reservering zou in 2020 al tot € 300 miljoen zijn gestegen terwijl het aantal pakketpolishouders tot 350.000 zou zijn gedaald. Wanneer elk jaar gemiddeld 20.000 pakketpolishouders sterven, moet de reservering niet met € 50 miljoen per jaar stijgen, maar juist dalen. In het andere geval zouden straks een paar pakketpolishouders een reservering van vele honderden miljoenen compenseren. De door Yarden gepresenteerde cijfers kloppen dus niet.

Yarden gaat niet failliet

Yarden gaat helemaal niet failliet. Zij zegt zelf dat zij haar verplichtingen tegenover verzekerden prima nakomen en dat blijkt ook uit de jaarcijfers.

De overname door Dela is niet op het kortgedingvonnis afgeketst

De overname door Dela is niet op het kortgedingvonnis afgeketst, maar op de eisen dat Dela van de ACM allerlei uitvaartfaciliteiten moest verkopen omdat zij anders veel te machtig zou worden.

Het Kifid

De Geschillencommissie van het Kifid heeft zich op het verkeerde been laten zetten door de man die meteen na zijn werk voor DNB door Yarden is ingelijfd. Het Kifid beschikt niet over meer informatie die de stellingen van Yarden kan onderbouwen want anders zou Yarden de resultaten daarvan wel in het kort geding hebben ingebracht.

CONCLUSIE

  • Het staat vast dat verzekerden recht hebben op een pakket conform de rechtenlijst van de pakketpolis.
  • Yarden moet bewijzen of en welke algemene voorwaarden van toepassing zijn. Zij heeft zelf geen idee.
  • Een en bloc-clausule past per definitie niet in een pakketpolis.
  • De berekeningen van Yarden zijn niet in overeenstemming met de door haar ingeroepen en bloc-clausule.
  • Yarden valt zonder de versobering van de pakketpolissen niet om, zodat een beroep op de en bloc-clausule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.