Gorillas-ontslagen laten zien: het sentiment rond start-ups is radicaal omgeslagen
Techbedrijven Lange tijd kon het niet op voor start-ups: er was geld genoeg en winst maken werd eerder ontmoedigd dan verwacht. Maar de ontslagen bij Gorillas deze week lijken een nieuw tijdperk aan te kondigen. Jonge techbedrijven moeten ineens echt geld gaan verdienen.

Snelbezorger Gorillas haalde acht maanden geleden nog 1 miljard dollar op. Daar zou nu nog zo’n 300 miljoen dollar van over zijn.

Als je tussen de 60 en 90 miljoen dollar per maand uitgeeft, dan is de rekening snel leeg.
De Duitse flitsbezorger Gorillas was tot voor kort het snelst groeiende bedrijf van Europa. Binnen een jaar groeide de start-up, opgericht tijdens de coronacrisis, naar meer dan tienduizend werknemers die overal in Europa boodschappen aan huis bezorgen. Het bedrijfsmodel: extreem veel geld uitgeven, zo hard mogelijk groeien en zo proberen concurrenten uit de markt te drukken. Winst maken was bewust niet de bedoeling.

Acht maanden geleden haalde Gorillas nog 1 miljard dollar (940 miljoen euro) aan nieuw kapitaal op bij investeerders om de groeiplannen te bekostigen. Op dit moment heeft het bedrijf volgens bronnen van techwebsites Techcrunch en Sifted nog zo’n 300 miljoen dollar van dat geld op de bank staan. De rest is opgegaan aan nieuwe distributiecentra, nog meer werknemers en het dichten van de gaten op de begroting.

Voor een snelgroeiend bedrijf als Gorillas is het normaal elk jaar opnieuw geld op te halen bij investeerders, die tot voor kort voor Gorillas in de rij stonden. Allemaal gebaseerd op het geloof dat Gorillas ooit als enige flitsbezorger overblijft, echt geld gaat verdienen en de miljoenen binnenstromen.

Maar de tijden zijn veranderd. Deze week riepen investeerders Gorillas-topman Kagan Sümer tot de orde. Wil hij opnieuw geld, kreeg Sümer te horen, dan moest hij snel de kosten omlaag brengen. Daarom besloot Gorillas deze week voor het eerst personeel te ontslaan en zich terug te trekken uit de meest verliesgevende landen: België, Denemarken, Italië en Spanje. En er klonk een nieuw geluid vanuit het bedrijf: Gorillas wil af van de „hypergroei” en zoekt naar „een weg richting winstgevendheid”.

„De laatste twee jaar zijn er honderden miljarden in de economie gepompt”, schreef Gorillas-topman Sümer dinsdag aan zijn personeel. „Iedereen was een winnaar, iedereen had toegang tot geld en alle bedrijven hadden hoge waarderingen. Maar sinds twee maanden is alles anders. Techbedrijven, vooral bedrijven die niet of nauwelijks winst maken, krijgen te maken met een enorme tegenwind.”

Het verhaal van Gorillas past in de nieuwe realiteit waarin start-ups terecht zijn gekomen, zeggen ook de Nederlandse investeerders Eva de Mol (CapitalT), Manfred Krikke (HPE Growth) en Quintin Schevernels (QSentie Ventures) met wie NRC de afgelopen dagen sprak. De tijd is voorbij van groei boven alles, zo veel mogelijk geld verbranden en buitensporig hoge waarderingen voor bedrijven die nauwelijks omzet maken.

OVERVLOED AAN GELD

Door de extreem lage rente leveren relatief veilige beleggingen, zoals obligaties, de laatste jaren weinig of geen rendement op. Beleggers hebben zich daarom massaal op de markt voor durfkapitaal gestort, een risicovolle investering met hoog rendement. In 2021 is er volgens databedrijf Crunchbase wereldwijd 643 miljard dollar (ruim 600 miljard euro) geïnvesteerd in start-ups. Een verdubbeling ten opzichte van het jaar ervoor.

Veel van dit geld zit in fondsen, die een deel van hun kapitaal investeren in jonge techbedrijven in ruil voor een paar procent van de aandelen. Een model met veel risico, waarbij één klapper de verliezen van de overige mislukte investeringen goedmaakt.

Door de overvloed aan geld in de markt hebben gewilde start-ups de laatste jaren hun huid duur verkocht. Ze kregen tientallen of honderden miljoenen in ruil voor slechts enkele procenten van de aandelen. Dit heeft ertoe geleid dat, met name in de Verenigde Staten, de waarderingen van start-ups de lucht in zijn geschoten. Ook van bedrijven zoals Gorillas, dat binnen een half jaar na oprichting al meer dan een miljard dollar waard was. Investeerders komen uit een periode „dat alles wat je aanraakte meer waard werd”, zoals Manfred Krikke van de Amsterdamse investeerder HPE Growth het omschrijft.

Dit sentiment is de laatste weken radicaal omgeslagen. Dat heeft allerlei oorzaken. Er is de stijgende rente, waardoor geld duurder wordt en veiligere beleggingen weer aantrekkelijker worden. De hoge inflatie en oorlog in Oekraïne zorgen voor economische onzekerheid en dalende beurskoersen, waar vooral techaandelen veel last van hebben. De investeringsfonden, die ook veel in techaandelen handelen, zien ineens de start-ups als een wel erg risicovol onderdeel van hun portfolio.

Grote techinvesteerders als Tiger Global en Softbank verliezen op dit moment miljarden op de beurs en zijn om die reden terughoudend met het doen van nieuwe investeringsrondes. Als de grootste partijen niks meer doen, heeft dat effect op álle investeerders, legt Quintin Schevernels uit. „Als voetbalclubs als Paris Saint Germain en Manchester City ineens lagere transfersommen betalen, merk je dat ook in heel Europa.”

DE TREND KEERT OM

Investeerders verleggen hun aandacht naar de bedrijven die wél winst maken of een gezond bedrijfsmodel hebben dat snel winstgevend kan zijn. „De laatste paar jaar hebben investeerders alleen maar naar groei gekeken”, zegt Krikke van HPE Growth. „Een bedrijf dat groeide, was meer waard dan een bedrijf dat winst maakte. Die trend keert nu om.”

Dat betekent dat er mogelijk een schifting gaat komen onder jonge techbedrijven, waar alleen de bedrijven met gezonde bedrijfsmodellen overleven. Willen start-ups niet kopje onder gaan, dan moeten ze fors in de kosten snijden, geld sparen, snel winstgevend worden en personeel ontslaan. Het verklaart mede de ontslagronde bij Gorillas – en overigens ook bij concurrerende flitsbezorgers Getir, Flink en Zapp, waar eveneens mensen vertrekken. De vraag is nu of, en hoe deze bedrijven het gaan redden.

Voor start-ups breekt een zware tijd aan. Het Amerikaanse opleidingsprogramma voor start-ups Y-Combinator, dat beroemde bedrijven als Airbnb en Dropbox voortbracht, stuurde eerder deze maand een e-mail met tien tips naar alle start-ups die het programma hebben doorlopen. „Het ziet er niet goed uit, dus bereid je voor op het ergste”, schreef de organisatie. Y-Combinator raadde alle start-ups aan om „nu geld te pakken, als het kan” en verder vooral zo veel mogelijk kosten te sparen. „Probeer te overleven, want veel van jullie concurrenten gaan het niet redden.”

Hoe erg is dit eigenlijk? Misschien was het ook wel tijd dat het allemaal wat normaler werd, zeggen De Mol, Krikke en Schevernels. De excessen gaan eruit en de ratio keert langzaam terug. „Het was ook wel hysterisch”, zegt De Mol van CapitalT. „Soms kregen we op donderdag een pitch van een start-up en werd er verwacht dat we op vrijdag de miljoenen overmaakten. Dat leidt allemaal niet tot de beste beslissingen.”

Bron: NCR