Informatie dagvaardingsprocedure kanton

Onderstaand alle informatie over een dagvaardingsprocedure bij de sector kanton van de civiele rechtbank. In de dagvaardingsprocedure vraagt een partij, de eiser, het oordeel van de kantonrechter over een vordering of een conflict. De procedure begint met een dagvaarding. In de dagvaarding wordt de vordering of het conflict omschreven en wat er wordt geëist van de tegenpartij (de gedaagde). De gedaagde partij mag zelf reageren op de dagvaarding. Bij de sector kanton van de rechtbank is het niet verplicht om een advocaat in te schakelen.

De dagvaardingsprocedure bij de sector kanton van de rechtbank bestaat uit de volgende stappen. De procedure begint doordat de ene partij (de eiser) de andere partij (de gedaagde) met een dagvaarding oproept om voor de kantonrechter te verschijnen. Er kunnen ook meerdere eisers en meerdere gedaagden zijn. De civiele gerechtsdeurwaarder is de enige partij die een oproep voor de kantonrechter met de dagvaarding in gang kan zetten. De dagvaarding mag wel worden opgesteld door anderen, bijvoorbeeld door een advocaat of een jurist. Het is echter de gerechtsdeurwaarder die de dagvaarding namens de eisende partij aan de gedaagde partij moet betekenen. Met betekenen wordt bedoeld, persoonlijk uitreiken aan het woonadres van gedaagde. De aldus betekende dagvaarding wordt vervolgens door de eisende partij bij de rechtbank aangebracht, waarna de griffier van de rechtbank de procedure op de zittingsrol van de kantonrechter plaatst.

Inhoud dagvaarding

De inhoud van de dagvaarding bevat onder meer de volgende informatie:

  • De datum waarop de deurwaarder de dagvaarding aan gedaagde heeft betekend.
  • De voornamen, achternaam en woonplaats van de eisende partij.
  • De naam en het adres van de gedaagde partij.
  • De naam- en kantoorgegevens van de gerechtsdeurwaarder.
  • De eis (lees: de vraag aan de rechter om te veroordelen tot…).
  • De gronden van de eis (waarom de rechter de eis moet toewijzen).
  • De bewijzen of bewijstukken ter onderbouwing van de gronden van de eis.
  • De zittingslocatie van de rechtbank, waar de procedure zal plaatsvinden.
  • De tijd en datum waarop de eerste rolzitting van de rechtbank is.
  • De naam en het adres van de eventuele advocaat of gemachtigde van eiser.
  • De handtekening van de gerechtsdeurwaarder onderaan de dagvaarding.

Ter onderbouwing van de gronden van de eis, worden er vaak producties aan de dagvaarding gehecht. Dit zijn genummerde bijlagen bij de dagvaarding. In de gronden van de eis in de dagvaarding wordt verwezen naar deze producties / bijlagen van de dagvaarding.  Deze producties betreffen meestal eerdere correspondentie tussen partijen, de overeenkomst, aanmaningen of schriftelijke getuigenverklaringen.

Reageren op de dagvaarding

Als gedaagde partij heeft u de keuze om wel of niet op de dagvaarding te reageren. U heeft de dagvaarding van de deurwaarder ontvangen. In deze dagvaarding staat een zittingsdatum vermeld waartegen u wordt opgeroepen om voor de rechter te verschijnen.

Eens met de dagvaarding

Bent u het, als gedaagde, eens met de dagvaarding en erkent u de vordering of de eis in de dagvaarding ? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de deurwaarder, de advocaat of de gemachtigde van de eiser. Probeert u het vóór de in de dagvaarding vermelde zittingsdatum met elkaar eens te worden, zodat de eiser de dagvaarding kan intrekken bij de rechtbank. Voordeel hiervan is dat eiser geen griffierecht aan de rechtbank is verschuldigd voor de procedure. En het voordeel voor gedaagde partij is dat er geen veroordeling in de proceskosten komt.

sociaal verhaal

Als u bent gedagvaard of op andere wijze in een gerechtelijke procedure bent betrokken en u kunt de kosten van de advocaat of de mediator niet betalen, neem dan met ons contact op.

Niet eens met dagvaarding

Bent u het niet eens met de dagvaarding, dan heeft u vier mogelijkheden; u reageert schriftelijk op de dagvaarding, u vraagt schriftelijk uitstel om later te mogen reageren op de dagvaarding, u reageert mondeling op de zittingsdatum vermeld in de dagvaarding, of u reageert niet op de dagvaarding.

Schriftelijke reactie op de dagvaarding

Uw schriftelijke reactie op de dagvaarding is vormvrij. U kunt een gewone brief schrijven met uw reactie en dit aan de kantonrechter per post sturen, of afgeven bij de centrale griffie van de rechtbank. In deze schriftelijke reactie schrijft u aan de kantonrechter (team kanton, civiele griffie) waarom u het niet eens bent de vordering in de dagvaarding. Zorg dat u alle redenen in uw brief zet en stuur, indien mogelijk, bewijsstukken mee voor uw verweer op de dagvaarding. Bewijsstukken kunnen zijn brieven, een contract, of schriftelijke getuigenverklaringen. Formeel heet uw schriftelijke reactie op de dagvaarding de ‘conclusie van antwoord’.  Eventueel kunt u dit bovenaan uw brief aan de kantonrechter zetten. De kantonrechter wil de ‘conclusie van antwoord’ graag in tweevoud van u ontvangen. U hoeft uw brief / conclusie van antwoord niet persoonlijk op de zittingsdag aan de rechter af te geven. Dit mag wel, maar is niet verplicht. Zorg er voor dat uw brief tijdig vóór de zittingsdatum bij de griffie van de rechtbank is afgeleverd. Elke griffie van de rechtbanken heeft een fax; u kunt uw verweer vóór de in de dagvaarding vermelde zittingsdatum aan de rechtbank faxen. Zorg in elk geval voor bewijs dat u tijdig een reactie heeft ingediend op de dagvaarding bij de rechtbank.

Uitstel vragen op de dagvaarding

U kunt uitstel vragen op de dagvaarding als u meer tijd nodig heeft om uw verweer op papier te zetten, of om bewijsstukken te verzamelen. Uitstel kunt u op twee manieren verkrijgen. In de eerste plaats kunt u naar de terechtzitting vermeld in de dagvaarding gaan en aan de rechter uitstel vragen om op de dagvaarding te mogen antwoorden. Ten tweede kunt u vóór de in de dagvaarding genoemde zittingsdatum schriftelijk (of per fax) aan de rechtbank uitstel vragen voor uw reactie op de dagvaarding. Zorg in dit laatste geval dat u bewijs heeft dat u tijdig uitstel heeft gevraagd aan de rechtbank. U krijgt in elk geval één keer vier weken uitstel van de rechtbank. Verder uitstel is in beginsel niet mogelijk, behalve als er sprake is van uitstel om klemmende reden, of van een eenstemmig verzoek.

Eenstemmig verzoek voor uitstel

Een eenstemmig verzoek voor uitstel om later op de dagvaarding te mogen reageren, betekent dat u eerst aan de tegenpartij vraagt of die akkoord gaat met uw tweede uitstel. Als de eiser hiermee instemt, dan vraagt u schriftelijk aan de rechtbank opnieuw uitstel, met de mededeling dat de eisende partij akkoord gaat uw verzoek tot uitstel. De rechtbank zal dit tweede uitstelverzoek van u honoreren, tenzij dit tot onredelijke vertraging van de procedure leidt. Dit komt echter niet vaak voor.

Verzoek tot uitstel klemmende redenen

Een verzoek tot uitstel om klemmende redenen kan bij de rechtbank worden ingediend indien er sprake is van bijvoorbeeld onvoorziene omstandigheden waarom er niet eerder op de dagvaarding kan worden gereageerd. Het criterium is dat het redelijkerwijze niet mogelijk is om de proceshandeling binnen de gestelde termijn te verrichten. Ook dit verzoek tot uitstel moet schriftelijk worden gedaan vóór de eerstvolgende roldatum van de rechtbank. Meestal wordt er vier weken uitstel verleend door de rechtbank in geval van klemmende redenen, maar soms geeft de rechtbank een korter uitstel. Meer informatie hierover staat in het ‘landelijke procesreglement’ voor rolzaken kanton, op www.rechtspraak.nl.

Na elke rolhandeling die één der partijen heeft verricht, zoals bijvoorbeeld een verzoek tot uitstel, krijgen beide partijen schriftelijk bericht van de rechtbank over de voortgang van de procedure. In geval van een gehonoreerd verzoek tot uitstel, zal er per brief een nieuwe roldatum aan partijen worden meegedeeld op welke datum de reactie op de dagvaarding (de conclusie van antwoord) alsnog door gedaagde ingediend moet worden.

Mondelinge reactie op dagvaarding

Als u gedagvaard bent, heeft u altijd het recht om mondeling op de dagvaarding te reageren bij de rechter. U kunt dan op de zitting uw verweer op de dagvaarding aan de rechtbank mededelen. Dit kan in beginsel alleen op de eerste zittingsdatum zoals die in de dagvaarding staat vermeld. Als u eerst uitstel voor antwoord heeft gevraagd voor de terechtzitting in de dagvaarding, dan dient u bij de volgende roldatum van de rechtbank schriftelijk te reageren. Bij een rolzitting vindt er geen feitelijke zitting plaats van de rechter. Dit is een administratieve zitting in verband met de wettelijke termijnen zoals nader bepaald in het landelijk rolreglement van de rechtbanken. Als u mondeling reageert op de dagvaarding, mag u ook schriftelijke bewijsstukken meenemen en die aan de rechter afgeven. De griffier zal een verslag, een proces-verbaal, maken van hetgeen u ter zitting mondeling aan de rechter heeft verteld als reactie op de dagvaarding. Dit proces-verbaal zal bij het procesdossier van de rechtbank worden gevoegd en beide partijen krijgen per post een afschrift hiervan.

Geen reactie op dagvaarding

Bent u gedagvaard door de deurwaarder en geeft u geen reactie op de dagvaarding bij de rechtbank, dan doet de rechter twee weken later uitspraak. Omdat u geen verweer heeft gevoerd op de dagvaarding, zal de rechter de vordering van de eiser toewijzen. U wordt dan bij verstek veroordeeld. Bij sommige rechtbanken kunt u het verzet nog zuiveren, in de periode tussen de zitting in de dagvaarding en de datum waarop de rechter uitspraak zal doen. Bij de meeste rechtbanken, sector kanton, is het echter zo dat er – bij niet verschijnen door de gedaagde – gelijk verstekvonnis wordt gewezen per datum zitting in de dagvaarding. Het zuiveren van het verstekvonnis is dan niet meer mogelijk.

Rolzitting

Hierbij uitleg over de rolzitting. Dit woord komt vaak voor in de brieven van de rechtbank in een procedure op tegenspraak. Een rolzitting is een korte zitting waarop formeel een bepaalde handeling moet worden verricht, zoals een mondelinge reactie op de dagvaarding, een uitstelverzoek of het indienen van een schriftelijk stuk. Op een rolzitting is er nog geen uitgebreide inhoudelijke behandeling van de zaak. Er wordt slechts gekeken naar een paar formele vereisten, zoals of de dagvaarding goed is betekend door de deurwaarder, of de gedaagde (tijdig) heeft gereageerd op de dagvaarding en hoe de procedure wordt voortgezet. Het is in principe niet nodig om naar een rolzitting te gaan als procespartij. Dit staat meestal met zoveel worden in het schriftelijk rolbericht van de rechtbank aan beide partijen. Wanneer u als gedaagde partij tijdig vóór de rolzitting schriftelijk heeft gereageerd of uitstel heeft gevraagd, heeft het geen nut om naar een rolzitting te gaan. U kunt wel naar een rolzitting om mondeling uitstel te vragen, of om mondeling te reageren op de dagvaarding, of om uw schriftelijke reactie op de dagvaarding aan de rechter te overhandigen. Met betrekking tot de rolzitting dient u wel in de gaten te houden dat er wel een bepaalde actie van u op of vóór de rolzitting noodzakelijk is. Als u als gedaagde niet reageert op of vóór de rolzitting, dan heeft u uw kans gehad en zal de rechter twee weken nadien (eind)vonnis wijzen. En meestal is het vonnis dan niet ‘in het voordeel’ van de partij die heeft verzuimd om tijdig op de rolzitting te reageren.

Verstekvonnis

Er wordt door de rechtbank een verstekvonnis heeft gewezen als u verstek heeft laten gaan. Als u niet naar de zitting bent gegaan en u heeft niet op andere wijze op de dagvaarding gereageerd, dan doet de rechter uitspraak in een verstekvonnis. In dit verstekvonnis wordt de eisende partij meestal volledig in het gelijk gesteld en wordt u als gedaagde partij in de proceskosten veroordeeld. De proceskosten bestaan uit de griffierechten, de dagvaardingskosten van de deurwaarder en het salaris-gemachtigde voor de advocaat of gemachtigde van de eisende partij. U krijgt van de rechtbank per post het verstekvonnis gezonden. Zoals eerder aangegeven, kunt u bij sommige rechtbanken het verstek zuiveren, als de rechter nog geen verstekvonnis heeft uitgesproken. Neem met ons contact op als u wilt weten of dit in uw geval mogelijk is.

Gang van zaken kantongerechtsprocedure

De gang van zaken bij de kantongerechtsprocedure is in grote lijnen als volgt. Op het zittingstijdstip vermeld in de dagvaarding, vinden meerdere zaken bij dezelfde rechter plaats. Tijdens deze eerste rolzitting worden alle zaken opgenoemd die op de (rol)agenda staan. Als u – als gedaagde partij – uw naam hoort roepen, dan zegt u ‘Ja’ en vertelt u uw reactie op de dagvaarding aan de rechter en kunt u eventuele schriftelijke stukken afgeven. Als uw verhaal niet duidelijk is, dan kan het zijn dat de rechter u een termijn geeft om met een schriftelijke reactie op de dagvaarding te komen. U krijgt daarover een brief thuis gezonden. U dient dan vóór de in deze brief van de rechtbank genoemde nieuwe rolzittingsdatum, een schriftelijke reactie op de dagvaarding aan de rechtbank te sturen.

Openbare zitting

De rolzitting is openbaar. Iedereen mag hierbij aanwezig zijn. Op de rolzitting behandelt de rechter veel zaken achter elkaar. Er zijn dus veel mensen voor verschillende zaken op hetzelfde tijdstip en in dezelfde zittingszaal aanwezig. Als de rechter in uw zaak, naar aanleiding van uw mondelinge reactie op de dagvaarding, niet gelijk einduitspraak doet, dan krijgt u nadien per post een brief van de rechtbank waarin wordt gezegd hoe de procedure verder gaat. Of er volgt nog een schriftelijke ronde, of er wordt door de rechter een datum bepaald waarop beide partijen moeten verschijnen om de zaak inhoudelijk te behandelen. In het algemeen wordt er alleen einduitspraak gedaan naar aanleiding van een mondelinge reactie op de eerste rolzitting, als de gedaagde partij zegt de vordering in de dagvaarding te erkennen.

Verdere procedure rechtbank

De procedure gaat verder nadat de gedaagde partij als reactie op de dagvaarding een schriftelijk stuk bij de rechtbank heeft ingediend. Zoals eerder aangegeven, is de formele benaming ‘conclusie van antwoord’. Naar aanleiding van de conclusie van antwoord zal de rechter beslissen of er een mondelinge behandeling (een comparitie van partijen) komt, danwel dat de eisende partij schriftelijk mag reageren op de conclusie van antwoord van gedaagde partij. Deze schriftelijke reactie van eiser heet dan ‘conclusie van repliek’. Eiser krijgt een termijn van vier weken om de conclusie van repliek bij de rechtbank in te dienen. Als de eisende partij meer tijd nodig heeft om deze conclusie op te stellen, dan dient eiser vóór de eerstkomende rolzitting de rechtbank schriftelijk om uitstel te vragen. Als de eiser de conclusie van repliek heeft ingediend bij de rechter, dan krijgt gedaagde partij de mogelijkheid om schriftelijk te reageren op de conclusie van repliek van eiser. Deze schriftelijke reactie van gedaagde heet dan ‘conclusie van dupliek’. Gedaagde krijgt eveneens vier weken de tijd om de conclusie van dupliek in te dienen. Als dit niet lukt binnen de eerste vier weken, dan kan gedaagde eveneens schriftelijk aan de rechtbank vragen om een extra termijn om de conclusie van dupliek in te dienen. Nadat gedaagde deze conclusie heeft genomen, gaat de rechter inhoudelijk naar de tot dan ingediende processtukken kijken en zijn er drie mogelijkheden voor het vervolg van de procedure;

  • De rechter komt met een tussenvonnis (waarbij hij aan één der partijen om nadere informatie vraagt, bijvoorbeeld bewijs of het horen van getuigen of deskundigen).
  • De rechter gelast een persoonlijke verschijning van partijen voor een inhoudelijke mondelinge behandeling door de rechtbank (dit heet: comparitie van partijen).
  • De rechter wijst eindvonnis.

Comparitie van partijen – mondelinge behandeling door rechtbank

Als de rechter in het tussenvonnis besluit tot een comparitie van partijen, dan ontvangen beide partijen een schriftelijke uitnodiging voor de mondelinge behandeling. In deze oproep staat wanneer en waar de zitting plaats vindt. Als u verhinderd bent op die dag, dan dient u aan de (advocaat of gemachtigde van de) tegenpartij hun verhinderdata voor de eerstkomende drie maanden te vragen en vervolgens aan de rechter een brief te sturen met het verzoek om een nieuwe datum voor de comparitie van partijen te bepalen. U geeft in deze brief de verhinderdata van beide partijen op, zodat de rechter daarmee rekening kan houden met het vaststellen van een nieuwe zittingsdatum.

Als de rechter met het uitstelverzoek akkoord is, dan krijgen beide partijen een nieuwe oproep voor de mondelinge behandeling ter terechtzitting. In deze oproep staat wanneer en waar de nieuwe zitting plaatsvindt.

Wilt u stukken inbrengen om bij de comparitie van partijen ten overstaan van de rechter te bespreken, dan moet u deze stukken minimaal één week voor de zittingsdatum aan de kantonrechter en aan de wederpartij sturen.

U bent niet verplicht om op de comparitie van partijen te verschijnen, maar dit is wel raadzaam. Als u niet naar de mondelinge behandeling door de rechtbank gaat, dan is de kans groot dat de rechter de stellingen van de tegenpartij overneemt en u uiteindelijk in het ongelijk zal stellen. U kunt zich zonodig door iemand anders laten vertegenwoordigen ter zitting. Dit mag een familielid, een juridisch adviseur, of iemand anders zijn. Als uw gemachtigde geen advocaat is, dan dient u uw gemachtigde een door u ondertekende schriftelijke machtiging voor de zitting mee te geven. Uit deze machtiging moet blijken dat hij/zij namens u bevoegd is om informatie te verschaffen en om beslissingen ter zitting te nemen. U bent dan gebonden aan hetgeen uw gemachtigde namens u aan de rechter vertelt en aan een eventuele schikking die uw gemachtigde uit uw naam met de wederpartij treft.

Tijdens de zitting worden er geen getuigen gehoord. In de praktijk kan het echter voorkomen dat als u iemand meeneemt naar de zitting die iets over uw zaak kan verklaren, de rechter hem/haar toch het woord geeft en dit middellijk laat meewegen in zijn oordeel. Dit is dan geen officieel getuigenverhoor waarbij partijen getuigen aandragen, welke getuigen vervolgens ‘onder ede’ door de rechter worden gehoord. Als de rechter dit nodig vindt, dan komt er een officieel tussenvonnis waarbij één der partijen een bewijsopdracht krijgt en de namen van getuigen aan de rechtbank doorgegeven moeten worden.

De comparitie van partijen is openbaar. Dit betekent dat iedereen de zitting mag bijwonen. Als u dit niet wil, dan kunt u de rechter vóóraf vragen om de zitting (deels) achter gesloten deuren te behandelen. De rechter hoeft niet in te stemmen met uw verzoek.

Tijdens de mondelinge behandeling stelt de rechter vragen en onderzoekt op welke wijze de procedure tot een einde is te brengen. Afhankelijk van de situatie kan dit door middel van mediation, een schikking of een einduitspraak van de rechtbank.

 Schikking

Tijdens de mondelinge behandeling komt de rechter vaak met een voorlopige oordeel, waarmee hij partijen wil bewegen om een schikking met elkaar te treffen. De rechter vertelt dan ter zitting hoe hij tegen de zaak aankijkt en stelt partijen in de gelegenheid om samen ‘op de gang’ tot een oplossing (een schikking) te komen. Partijen zijn daartoe niet verplicht. Maar als partijen bereid zijn om onderling over een schikking te praten, dan schorst de rechter de zitting voor korte tijd (meestal 15 á 30 minuten), in welke tijd partijen er ‘op de gang’ samen uit proberen te komen. Hierna worden u en de tegenpartij weer door de rechter in de zaal geroepen en, als er een schikking is afgesproken, dan zet de griffier dit op papier. Beide partijen ondertekenen vervolgens het proces-verbaal van de griffier, waarin de schikking is opgenomen en de procedure is beëindigd. U krijgt vervolgens per post een officieel getekend exemplaar van het proces-verbaal met de schikking van de rechtbank thuis. Beide partijen zijn verplicht om zich te houden aan de schikking zoals die is opgenomen in het proces-verbaal van de griffier van de rechtbank.

Mediation naast rechtspraak

Als er een gerechtelijke procedure aanhangig is gemaakt, kan de rechter vragen of partijen openstaan voor mediation. Dit kan plaatsvinden tijdens de rechtspraak. De procedure wordt dan tijdelijk aangehouden. Een gerechtelijke procedure ziet op de juridische kanten van een conflict en gaat meestal over iets dat zich in het verleden heeft afgespeeld. Met mediation zoeken partijen – onder begeleiding van een onafhankelijke Mfn-mediator – naar een toekomstgerichte oplossing voor alle aspecten van het geschil. Mediation is meestal goedkoper en sneller dan een gerechtelijke procedure. Afhankelijk van het dispuut, kijkt de rechter of de zaak zich leent voor mediation. Hij zal dit dan aan partijen voorstellen. U kunt ook zelf aan de rechtbank aangeven dat u openstaat voor mediation. De tegenpartij moet hiermee instemmen, anders is mediation niet mogelijk.

Uitspraak (vonnis) rechtbank

Als partijen er niet uitkomen, dan doet de rechter uiteindelijk uitspraak. Er komt dan een vonnis van de rechtbank. De rechtspraak eindigt zonder vonnis, als (1) de eiser de procedure intrekt, of (2) als u via mediation tot een oplossing komt, of (3) wanneer u ter comparitie van partijen een schikking treft. Een akkoord middels mediation of een schikking, kan de rechtbank desgewenst vastleggen in een uitspraak. Aan het einde van de (laatste) zitting zegt de rechter wanneer de uitspraak volgt. De uitspraak staat in een vonnis. Meestal wordt er vonnis gewezen binnen vier weken na de zitting. Als de rechtbank het druk heeft, of meer tijd nodig heeft om het vonnis te schrijven, dan kan deze termijn worden verlengd. U krijgt over deze verlenging schriftelijk bericht van de rechtbank. Het vonnis krijgt u thuis gestuurd. Als u een advocaat of gemachtigde heeft, dan wordt het vonnis aan hen gestuurd en niet aan u zelf. In het vonnis staat het oordeel van de rechter. Als de kantonrechter de vordering toewijst, dan staat er in het vonnis waarom hij tot dat oordeel is gekomen. Ditzelfde geldt in geval de rechtbank de vordering van eiser afwijst. De reden van afwijzing zet de rechter in zijn vonnis.

Kosten tegenpartij betalen

In het algemeen wordt in het eindvonnis de verliezende partij veroordeeld tot betaling van de kosten van de tegenpartij. Dit zijn bijvoorbeeld de dagvaardingskosten, griffierecht en een deel van de kosten van de advocaat of gemachtigde van de tegenpartij. De rechter bepaalt de hoogte van dit bedrag. Maar dit is meestal slechts een deel van de werkelijk gemaakte advocaatkosten. Dat ligt aan het tarief dat uw advocaat aan u in rekening brengt.

Onder proceskosten vallen verder: reis- en verblijfskosten, onkosten van getuigen of deskundigen, kosten van uittreksels uit openbare registers. Deze kosten worden door de rechtbank begroot volgens het liquidatietarief. Het bedrag aan proceskosten is afhankelijk van de verrichte werkzaamheden en het (financieel) belang van de zaak.

Als u op basis van een toevoeging heeft geprocedeerd en u bent door de rechtbank tot betaling van de proceskosten veroordeeld, dan wordt uw kostenveroordeling niet gedekt door de aan u door de Raad voor Rechtsbijstand toegekende gefinancierde rechtsbijstand. U moet deze kostenveroordeling zelf aan de tegenpartij betalen. Dat is één van de risico’s van procederen. De tegenpartij hoeft u niet toe te staan om de kostenveroordeling in termijnen te betalen. Als u de toegewezen proceskosten niet betaalt, dan mag de tegenpartij een deurwaarder inschakelen om zonodig bij u beslag te leggen om de kostenveroordeling te incasseren.

De hoogte van het griffierecht dat de eisende partij bij dagvaarding moet betalen en de gedaagde partij als hij/zij in het ongelijk wordt gesteld, wordt jaarlijks van overheidswege vastgesteld en varieert naar gelang van de gerechtelijke instantie waar de procedure dient (bijvoorbeeld rechtbank of gerechtshof) en het (financieel) belang van de zaak.

In een procedure bij de sector bestuursrecht van de rechtbank, komt er alleen een proceskostenveroordeling voor rekening van het bestuursorgaan, als de bestuursrechter u in het gelijk stelt. Ook hier gaat het dan om de griffierechten die u heeft betaald en een vaste vergoeding voor uw advocaat- of gemachtigde kosten. Als het bestuursorgaan in het gelijk wordt gesteld, dan krijgt u geen proceskostenveroordeling in de proceskosten van het bestuursorgaan. Het bestuursrecht voorziet daar niet in.

Buitengerechtelijke kosten

Buitengerechtelijke kosten vallen niet onder de proceskosten. Indien de vordering in een dagvaarding betrekking heeft op de betaling van een geldsom, dan wordt er door het incassobureau of de gerechtsdeurwaarder, bovenop de geldvordering, een extra bedrag gevorderd aan buitengerechtelijke incassokosten. Het woord ‘buitengerechtelijk’ zegt het al; het betreft kosten die voorafgaand aan de dagvaarding zijn gemaakt om de debiteur te bewegen om de schuld te betalen, zoals aanmaningswerkzaamheden. Meestal zijn dit incassokosten die het incassobureau of de deurwaarder in zijn aanmaningen heeft opgevoerd. Het kan echter ook betrekking hebben op werkzaamheden die de schuldeiser zelf heeft gemaakt om de vordering te innen. Bijvoorbeeld een energieleverancier, zoals Eneco, die administratiekosten rekent als de voorschotnota’s niet tijdig worden betaald.

Berekening buitengerechtelijke kosten

Wanneer er in de dagvaarding buitengerechtelijke kosten worden gevorderd, dan maakt de rechter een berekening. De rechter kijkt of het gevorderd bedrag aan buitengerechtelijke kosten gerechtvaardigd is, gelet op het belang en de complexiteit van de zaak. Meestal hanteert de rechter voor het berekenen van de buitengerechtelijke kosten de landelijke richtlijnen. Hierbij wordt uitgegaan van een staffel aan buitengerechtelijke kosten volgens de commissie Voorwerk II of het rapport BGK-integraal.

Met ingang van 1 juli 2012 is deze staffel door de overheid vastgelegd in de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK) en het bijbehorende besluit (BIK). Er geldt tevens een maximum bedrag aan incassokosten. Het doel van de WIK is bescherming van consumenten en éénmanszaken tegen onredelijk hoge incassokosten. Hierdoor worden sinds 1 juli 2010 de incassokosten berekend als percentage van het bedrag dat de schuldenaar aan de schuldeiser verschuldigd is. Hoe hoger de vordering, hoe lager het incassopercentage wordt. Het minimumbedrag aan incassokosten is € 40,00 en het maximumbedrag dat aan incassokosten gevorderd mag worden, is € 6.775,00. De normering volgens de WIK is van toepassing op alle procedures waarbij de debiteur op of ná 1 juli 2012 in verzuim is geraakt en de onderliggende gevorderde hoofdsom is gegrond op :

  • Verbintenis tot betaling van een geldsom uit hoofde van een overeenkomst.
  • Verbintenis tot vergoeding van schade, uit hoofde van een vaststellingsovereenkomst.
  • Verbintenis tot vervangende schadevergoeding ex artikel 6:87 BW.

De WIK is alleen van toepassing als de schuldenaar een consument is. Als de debiteur geen consument is, maar handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, dan kan bij overeenkomst, of in algemene voorwaarden worden afgeweken van de staffel volgens de WIK. Als er tussen partijen bij overeenkomst of middels toepasselijke algemene voorwaarden geen afspraken zijn gemaakt over de berekening van buitengerechtelijke incassokosten in geval van verzuim, dan geldt de wettelijke regeling.

Vordering betaling buitengerechtelijke incassokosten in kort geding

Bij sommige rechtbanken, zoals bijvoorbeeld bij de rechtbank Amsterdam, wordt regelmatig een incasso kort geding gevoerd. In de vergadering van het Landelijk Overleg van Kantonsectorvoorzitters (LOK) van 12 december 2015, is voor alle rechtbanken afgesproken dat de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten in kort geding in het algemeen toewijsbaar is, overeenkomstig de kantonstaffel als bedoeld in Voorwerk II. In de praktijk wordt hier soms weer van af geweken, bijvoorbeeld als er geen WIK-brief of 14-dagenbrief door de schuldeiser is verstuurd.

Verzet tegen verstekvonnis

Bent u gedagvaard en als gedaagde partij niet in de procedure verschenen of anderszins op de dagvaarding gereageerd? Dan heeft de rechter een verstekvonnis uitgesproken. U kunt in verzet komen tegen dit verstekvonnis. Dit moet u doen door binnen vier weken de oorspronkelijk eiser te dagvaarden voor dezelfde rechter, door middel van een verzetdagvaarding. In deze verzetdagvaarding neemt u inhoudelijk uw bezwaren op. In de verzetprocedure zal de rechtbank de vordering van de oorspronkelijke eiser alsnog inhoudelijk behandelen. De rechter houdt daarbij rekening met de door u in de verzetdagvaarding opgevoerde bezwaren.

Hoger beroep tegen vonnis

Heeft u wel verweer gevoerd tegen de dagvaarding en bent u het niet eens met het eindvonnis van de rechtbank? U kunt dan in hoger beroep gaan. Het financieel belang moet dan wel meer dan € 1.750,00 bedragen. U kunt binnen drie maanden na de dagtekening van het vonnis van de rechtbank, hoger beroep instellen bij het Gerechtshof. U kunt dit niet zelf doen, maar u heeft een advocaat nodig om namens u hoger beroep in te stellen.

Cassatie tegen uitspraak gerechtshof

Bent u in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de rechtbank en bent u het niet eens met de uitspraak in hoger beroep van het gerechtshof? U heeft dan de mogelijkheid om cassatie in te stellen tegen het arrest van het gerechtshof bij de Hoge Raad der Nederlanden. U dient hiervoor eerst aan een gespecialiseerde cassatie-advocaat een cassatie-advies te vragen. Is het cassatie-advies positief, dan kan de advocaat voor u hoger beroep instellen tegen het arrest van het gerechtshof bij de Hoge Raad.

Tarieven en declaraties

Indien u met gerechtelijke procedures te maken krijgt, is er sprake van verschillende tarieven en declaraties.

Advocaten bepalen zelf welk bedrag zij voor hun werkzaamheden rekenen. De tarieven van advocaten verschillen hierdoor sterk. Vraag altijd vooraf, bij het eerste gesprek met de advocaat, om een schriftelijke opgave van de kosten en het declaratiesysteem dat de advocaat hanteert. Spreek, indien mogelijk, een vast bedrag af voor de procedure of de werkzaamheden die de advocaat voor u gaat uitvoeren. Indien u alleen een uurtarief met uw advocaat afspreekt, zonder duidelijk eindbedrag, dan kunt u onaangenaam verrast worden, wanneer de advocaat u zijn uiteindelijke rekening presenteert.

Mediators zijn in het algemeen ‘goedkoper’ en meer oplossingsgericht dan advocaten. Het uurtarief van een mediator is gemiddeld lager dan van een advocaat. De totale rekening van de mediator is afhankelijk van het aantal gesprekken dat nodig is. Dit hangt weer af van hoe snel u en de andere partij(en) het met elkaar eens worden. Mediators hanteren verschillende uurtarieven. Er zijn mediators die een lager instaptarief hanteren.

Gerechtsdeurwaarders zijn door de Kroon benoemd en zijn voor hun ambtelijke werkzaamheden gebonden aan de wettelijke deurwaarderstarieven (BTAG) zoals die jaarlijks door de overheid worden vastgesteld. Het gaat dan alleen om de in de BTAG benoemde ambtshandelingen zoals bijvoorbeeld dagvaarden, beslag leggen en ontruiming. De meeste gerechtsdeurwaarders houden er naast hun ambtelijke praktijk nog een buitengerechtelijke incassopraktijk op na. Meestal op basis van ‘no cure – no pay’. De tarieven in de incassopraktijk van de gerechtsdeurwaarder zijn geheel vrij. Als schuldeiser kunt u zelf met de deurwaarder een afspraak maken over het incassotarief voor in incasseren van een openstaande factuur.

Deskundigen worden soms door rechters ingeschakeld in gerechtelijke procedures. Deze deskundigen krijgen een vergoeding voor de werkzaamheden die zij moeten verrichten (bijvoorbeeld een handschrift onderzoek of een bouwkundig onderzoek). Daarnaast maken de deskundigen kosten om naar de zitting te komen. De rechter zal, als er een deskundige ingeschakeld moet worden, eerst één of beide partijen een voorschot laten betalen, voordat de deskundige aan de slag mag. Bij het eindvonnis kan het zo zijn dat de rechter oordeelt dat de kosten van de deskundige voor rekening van één partij dienen te komen. Dit is meestal de ‘verliezende’ partij.

Tolken worden door de rechtbanken opgeroepen en betaald. Dit komt meestal voor bij straf- en asielzaken en bij vreemdelingenbewaring. In civiele zaken moeten partijen zelf voor een tolk zorgen en deze betalen als zij er één nodig hebben om met de rechtbank te communiceren. In het algemeen blijven de kosten van een tolk in een civiele zaak voor rekening van de partij die de tolk heeft ingeschakeld. In sommige gevallen is het mogelijk om bij dagvaarding een aanvullende vordering in te stellen terzake de kosten van de tolk en of (beëdigde) vertalingen.

Getuigen kunnen door de rechter worden gehoord. De partij van wiens kant de getuigen verschijnen, is in beginsel gehouden om aan de getuigen een vergoeding betalen voor reiskosten en eventuele extra kosten die een getuige moet maken om ter zitting te verschijnen. Als de zaak op grond van het getuigenbewijs wordt ‘gewonnen’, kan het zijn dat de rechter de tegenpartij bij een proceskostenveroordeling eveneens veroordeeld tot betaling van de kosten van de getuigen.

Als u bent gedagvaard of op andere wijze in een gerechtelijke procedure bent betrokken en u kunt de kosten van de advocaat of de mediator niet betalen, neem dan met ons contact op. Mogelijk komt u in aanmerking voor gefinancierde rechtshulp voor de kosten van de advocaat of mediator. Dit geldt met name als u geen of laag inkomen heeft. Gaat u in elk geval niet zelf met de tegenpartij of de rechtbank hierover in discussie, maar bel ons eerst voor informatie over een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank of sector kanton.

Als u bent gedagvaard of op andere wijze in een gerechtelijke procedure bent betrokken en u kunt de kosten van de advocaat of de mediator niet betalen, neem dan met ons contact op.