overheid

Hoogte bijstandsuitkering 2017

Wilt u weten of de hoogte van uw bijstandsuitkering klopt, kijk dan in onderstaande tabel naar de hoogte van bijstandsuitkeringen in 2017. Is uw bijstandsuitkering lager dan de onderstaande bedragen, neem dan met ons contact op om te bezien of u uitkering niet hoger moet zijn of dat er onterecht inhoudingen door de gemeente op plaatsvinden. Ook als er beslag is gelegd door een deurwaarder of de belastingdienst op uw uitkering, dan kunnen wij voor u onderzoeken of uw uitkering niet te laag is.

U bent 18, 19 of 20 jaar

Bent u 18, 19 of 20 jaar? Dan is de hoogte van de bijstandsuitkering:

Leefvorm Bedrag per maand zonder vakantiegeld
Vakantiegeld per maand Bedrag per maand met vakantiegeld
Alleenstaande € 230,47  € 12,13 € 242,60
Alleenstaande ouder € 230,47  € 12,13 € 242,60
Gehuwden die beiden 18, 19 of 20 jaar zijn, zonder kinderen € 460,94  € 24,16 € 485,20
Gehuwden die beiden 18, 19 of 20 jaar zijn, met kinderen € 727,70  € 38,30 € 766,00
Gehuwden waarvan de een 18, 19 of 20 jaar is en de ander 21 jaar of ouder, zonder kinderen € 897,36  € 47,23 € 944,59
Gehuwden waarvan de een 18, 19 of 20 jaar is en de ander 21 jaar of ouder, met kinderen € 1.164,12  € 61,27 € 1.225,39

U bent tussen de 21 en de pensioengerechtigde leeftijd

Bent u 21 jaar of ouder, maar jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd? Dan is de hoogte van de bijstandsuitkering:

Leefvorm Bedrag per maand zonder vakantiegeld Vakantiegeld per maand Bedrag per maand inclusief vakantiegeld
U bent alleenstaande en in de woning waarin u woont wonen geen andere volwassenen. € 933,65 € 49,14 € 982,79
U bent een alleenstaande ouder en in de woning waarin u woont wonen geen andere volwassenen. € 933,65 € 49,14 € 982,79
U bent gehuwd en in de woning waarin u woont wonen geen andere volwassenen. € 1.333,78 € 70,20 € 1.403,98

Kostendelersnorm

Als in de woning waarin u woont ook andere volwassenen wonen kan het zijn dat op u de kostendelersnorm van toepassing is. Zie hieronder bij het kopje ‘kostendelersnorm’.

U hebt de pensioengerechtigde leeftijd bereikt

Bent u pensioengerechtigd? Dan is de bijstand altijd een aanvulling op uw AOW-uitkering. Als hoofdregel geldt dat de bijstand samen met uw AOW-uitkering nooit méér kan zijn dan de hieronder genoemde bedragen. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie kan uw uitkering lager worden vastgesteld:

Leefvorm Bedrag per maand zonder vakantiegeld Vakantiegeld per maand Bedrag per maand inclusief vakantiegeld
U bent alleenstaande en in de woning waarin u woont wonen geen andere volwassenen. € 1.048,93 € 55,21 € 1.104,14
U bent alleenstaande ouder en in de woning waarin u woont wonen geen andere volwassenen. € 1.048,93 € 55,21 € 1.104,14
U bent gehuwd en beiden pensioengerechtigd en in de woning waarin u woont wonen geen andere volwassenen. € 1.432,66 € 75,40 € 1.508,06
U bent gehuwd en een van u is pensioengerechtigd en de ander is tussen de 21 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd en in de woning waarin u woont wonen geen andere volwassenen. € 1.432,66 € 75,40 € 1.508,06

Kostendelersnorm

Als in de woning waarin u woont ook andere volwassenen wonen kan het zijn dat op u de kostendelersnorm van toepassing is. Zie hieronder bij het kopje ‘kostendelersnorm’.

U verblijft in een inrichting

Verblijft u in een inrichting? Dan is de hoogte van uw bijstandsuitkering:

U verblijft in een inrichting
inclusief verhoging
Bedrag per maand zonder vakantiegeld Vakantiegeld per maand
Bedrag per maand met vakantiegeld
U bent alleenstaande of alleenstaande ouder € 332,66  € 17,51 € 350,17
U bent gehuwd en verblijft beiden in een inrichting € 540,55  €28,45 €569,00

Afhankelijk van uw omstandigheden, kan de gemeente uw bijstandsuitkering verlagen. 

U deelt uw woning met (meerdere) meerderjarige personen

Als u met één of meerdere meerderjarige personen in dezelfde woning woont, is de kostendelersnorm op u van toepassing. De gemeente houdt dan rekening met de voordelen van het delen van kosten in één woning.

Bij iedere extra meerderjarige persoon in uw woning neemt de hoogte van uw norm af omdat u met meer mensen uw kosten kunt delen. Dit leidt tot de volgende percentages per type huishouden:

Huishoudtype Individuele norm
Eénpersoonshuishouden 70%
Tweepersoonshuishouden 50%
Driepersoonshuishouden 43,33%
Vierpersoonshuishouden 40%
Vijfpersoonshuishouden 38%

Voor gehuwden waarvan een partner 18, 19 of 20 jaar is en een partner 21 jaar of ouder is, die de woning delen met andere meerderjarige personen (bijvoorbeeld de ouders), geldt een aparte uitkeringshoogte. De hoogte van de uitkering wordt in dat geval als volgt berekend:

  • het normbedrag voor een alleenstaande  van 18, 19 of 20 jaar plus;
  • de van toepassing zijnde norm voor kostendelers. Zie hierover de Kostendelersnorm.

 

AOW’ers die getrouwd zijn of samenwonen hebben ieder een eigen recht op een AOW-uitkering (basispensioen). De hoogte daarvan is gebaseerd op de helft van het netto minimumloon. De AOW voor een alleenstaande is gebaseerd op 70 procent van het netto minimumloon.

Heeft u meer vragen over de hoogte van uw bijstandsuitkering en de inhoudingen die erop mogen plaatsvinden door de gemeente, neem dan contact op met Sociaal Verhaal. Wij scannen gratis uw uitkeringsspecificatie om te bezien of het bedrag klopt en of er niet teveel wordt ingehouden door de gemeente of door beslagleggingen op uw bijstandsuitkering.

Voor gehuwde of samenwonende AOW’ers van wie de partner jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd gelden afwijkende regels. Tot nu toe is het pensioen gebaseerd op 50 procent van het netto minimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto € 758,39). Vanaf 1 januari 2015 wordt de partnertoeslag gesloten voor nieuwe instroom. Hierop geldt één uitzondering: mensen die als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd pas na 1 januari 2015 AOW-gerechtigd worden, hebben nog wel recht op toeslag. Het gaat hier om mensen die in november en december 2014 65 jaar zijn geworden. Als het recht op pensioen al is ingegaan voor 1 februari 1994, dan valt de AOW’er onder een overgangsregeling en is het pensioen gebaseerd op 70 procent van het netto minimumloon. De toeslag voor deze AOW’ers is maximaal 30 procent.

De bruto uitkeringsbedragen per 1 januari 2017, voor AOW’ers van wie het recht op pensioen is ingegaan na 1 februari 1994, zijn:

Gehuwden/samenwonenden
per maand 758,39
vakantie-uitkering 51,12
Totaal 809,47
Gehuwden/samenwonenden met maximale toeslag (partner jonger dan 65 jaar)
per maand 1.516,78
vakantie-uitkering 102,24
Totaal 1.619,02
Maximale toeslag
per maand 758,39
vakantie-uitkering 51,12
Totaal 809,47
Alleenstaanden
per maand 1.112,67
vakantie-uitkering 71,56
Totaal 1.184,23

De bruto uitkeringsbedragen per 1 januari 2017 voor AOW’ers die met pensioen zijn gegaan vóór 1 februari 1994 zijn (86 jaar en ouder):

Gehuwden/samenwonenden zonder maximale toeslag (partner jonger dan 65 jaar)
per maand 1.112,67
vakantie-uitkering 71,56
Totaal 1.184,23
Gehuwden/samenwonenden met maximale toeslag (partner jonger dan 65 jaar)
per maand 1.516,78
vakantie-uitkering 102,24
Totaal 1.619,02
Maximale toeslag
per maand 404,11
vakantie-uitkering 30,68
Totaal 434,79
Alleenstaanden
per maand 1.112,67
vakantie-uitkering 71,56
Totaal 1.184,23

 Anw

De Algemene nabestaandenwet (Anw) is bedoeld voor volwassenen van wie de partner is overleden, en voor een kind zorgen jonger dan 18 jaar of meer dan 45% arbeidsongeschikt zijn. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie ongehuwd werd samengewoond. De nabestaandenuitkering is 70 procent van het netto minimumloon. Als de nabestaande samenwoont, omdat er iemand intensieve zorg nodig heeft of omdat de nabestaande zelf intensieve zorg nodig heeft, is de nabestaandenuitkering (verzorgingsuitkering) 50 procent van het netto minimumloon. Ook weeskinderen kunnen deze uitkering krijgen.

De hoogte van de Anw-uitkering is afhankelijk van het inkomen van de nabestaande. Andere uitkeringen worden afgetrokken van het bedrag dat iemand ontvangt. Van het inkomen uit arbeid wordt 50 procent van het bruto minimumloon plus een derde deel van wat iemand bovenop het bruto minimumloon verdient niet afgetrokken van het bedrag.

Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de Anw) ontvingen, krijgen in ieder geval een uitkering van 30 procent van het bruto minimumloon. Ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.

In onderstaand overzicht zijn de bruto Anw-bedragen per 1 januari 2017 opgenomen. De bedragen zijn zonder de tegemoetkoming Anw. Deze is € 16,74 bruto per maand.

Alleenstaanden
per maand 1.150,91
vakantie-uitkering 85,55
Totaal 1.236,46
Verzorgingsuitkering
per maand 737,26
vakantie-uitkering 61,11
Totaal

Kostendelersnorm

798,37
per maand 1.047,47
vakantie-uitkering 79,44
Totaal 1.126,91
Wezenuitkering tot 10 jaar
per maand 368,29
vakantie-uitkering 27,38
Totaal 395,67
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar
per maand 552,44
vakantie-uitkering 41,06
Totaal 593,50
Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar (geboren voor 1-10-1993 tot 27 jaar)
per maand 736,58
vakantie-uitkering 54,75
Totaal 791,33

 Wajong

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De basis (afgeleid van 5

het bruto minimumloon) waarop de uitkering wordt berekend, gaat per 1 januari 2017 omhoog. Ook de basisbedragen voor Wajongers beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de bruto minimumjeugdlonen, worden op die datum verhoogd. Onderstaand de bruto bedragen (exclusief vakantietoeslag) per dag vanaf 1 januari 2017:

Vanaf 23 jaar 70,10
22 jaar 59,58
21 jaar 50,82
20 jaar 43,11
19 jaar 36,80
18 jaar 31,89

Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajonger onder de 23 jaar recht op een tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming compenseert (deels) de inkomensachteruitgang door de invoering van de Zorgverzekeringswet. De bruto tegemoetkomingen per maand zijn:

22 jaar 1,88
21 jaar 4,58
20 jaar 9,29
19 jaar 15,50
18 jaar 16,15

Maximumdagloon (WW, WIA, WAO en ZW)

Per 1 januari 2017 worden bestaande bruto uitkeringen verhoogd met 1,11%. De hoogte van de WW-, WIA-, WAO-, en ZW-uitkering hangt ondermeer af van de hoogte van het laatstverdiende loon en het maximumdagloon. Per 1 januari 2017 wordt het maximumdagloon verhoogd van bruto € 199,95 naar bruto € 202,17.

 

Toeslagenwet

De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal minimum. Het gaat hierbij ondermeer om de WW-, WIA-, WAO-, Wajong- en ZW-uitkering.

Het bedrag voor gehuwden is gebaseerd op 100 procent van het bruto minimumloon. Het bedrag voor alleenstaanden vanaf 23 jaar is gebaseerd op 70 procent van het netto minimumloon. De bedragen voor 18 t/m 22-jarigen zijn gebaseerd op 75 procent van het netto minimumjeugdloon.

Per 1 januari 2017 zijn de bruto bedragen per dag (exclusief vakantietoeslag en afhankelijk van leeftijd en situatie):

Gehuwden/samenwonenden 70,10
Alleenstaanden vanaf 23 jaar 52,67
Alleenstaanden van 22 jaar 41,50
Alleenstaanden van 21 jaar 34,99
Alleenstaanden van 20 jaar 29,20
Alleenstaanden van 19 jaar 24,39
Alleenstaanden van 18 jaar 21,17

 

 Kinderbijslag

Het kabinet heeft zich voorgenomen de kindbedragen – naast de gebruikelijke indexering – ook extra te verhogen per 1 januari 2017. Na vaststelling van de hiervoor benodigde regelgeving zullen de bedragen per kwartaal per 1 januari 2017bedragen:

Per kind 0 t/m 5 jaar (70%) 197,67
Per kind 6 t/m 11 jaar (85%) 240,03
Per kind 12 t/m 17 jaar (100%) 282,39

Het kabinet heeft zich ook voorgenomen het extra bedrag voor alleenstaande dan wel alleenverdienende ouders met een thuiswonend gehandicapt kind te verhogen. Na vaststelling van de hiervoor benodigde regelgeving bedraagt dit bedrag over 2017 € 2.005,99 (per jaar).

 

Kinderopvang

De maximum uurprijzen voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang worden vastgesteld op basis van een correctie op de indexering voor 2015 en de indexering voor 2017. De correctie op de indexering voor 2015 bedraagt -1,42%. Vervolgens worden de maximum uurprijzen verhoogd met het indexeringspercentage voor 2017. Het indexeringspercentage voor 2017 bedraagt 2,15%. Dit betekent dat de maximum uurprijzen per 1 januari 2017 netto met 0,7% worden verhoogd.

Dit leidt tot de volgende maximum uurprijs voor 2017:

Dagopvang 6,89
Buitenschoolse opvang 6,42
Gastouderopvang 5,52

Transitievergoeding

De transitievergoeding is onderdeel van de Wet werk en zekerheid, die op 1 juli 2015 is ingegaan. Momenteel bedraagt de transitievergoeding, die verschuldigd is wanneer een dienstverband van 2 jaar of langer op initiatief van de werkgever wordt beëindigd, maximaal € 75.000,- of een jaarsalaris als dat jaarsalaris hoger is dan € 75.000,-. Per 1 januari 2017 wordt het maximale bedrag van € 75.000,- verhoogd naar € 76.000,-.

 

Salariseis kennismigranten

De salariseis kennismigranten is onderdeel van de Wet arbeid vreemdelingen. Jaarlijks worden met ingang van 1 januari 2017 de bedragen van het loon dat tenminste moet worden betaald om als kennismigrant in Nederland te kunnen werken, gewijzigd op basis van de ontwikkeling van de cao-lonen.

Op basis van de CBS gegevens worden de bedragen met 1,22% verhoogd. De bedragen per maand (exclusief vakantiebijslag) die gelden met ingang van 1 januari 2017 zijn:

Indien de kennismigrant de leeftijd van 30 jaar niet heeft bereikt 3.108,00
Indien de kennismigrant 30 jaar of ouder is 4.240,00
Indien de kennismigrant binnen een jaar voorafgaand aan de tewerkstelling een geaccrediteerde opleiding aan een hoger onderwijsinstelling in Nederland heeft afgerond 2.228,00

Verder wordt het brutoloon per maand gewijzigd dat tenminste moet worden betaald aan vreemdelingen die houder zijn van een Europese blauwe kaart en op grond daarvan als kennismigrant kunnen worden toegelaten. Voor deze vreemdelingen geldt een brutoloon van € 4.968,-.