Strenge Rotterdamse aanpak bijstand wint het van Amsterdam

De aanpak van de gemeente Rotterdam om de toestroom tot de bijstand in de hand te houden is succesvoller dan in de andere drie grote steden. In de havenstad steeg het aantal mensen in de bijstand in 2016 met 1,7%, tegen gemiddeld 8,6% in Amsterdam, Den Haag en Utrecht.

Dit blijkt uit de Monitor Werkgelegenheid, die Rotterdam binnenkort publiceert. Opvallend is dat in Rotterdam zelfs een oplossing voor een hardnekkig probleem lijkt te zijn gevonden, namelijk mensen in de bijstand aan het werk krijgen in de kassen van het Westland. In 2014 vonden 25 werklozen een baan bij een van de telers. Afgelopen jaar is het aantal opgelopen tot 130.

Leefbaar Rotterdam

Het aantal bijstandsgerechtigden neemt de afgelopen jaren weer toe, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Eind september 2016 waren er 462 duizend bijstandsontvangers tot de AOW-leeftijd. Ten opzichte van een jaar geleden zijn dat er 22 duizend meer. De aanwas is voor ongeveer de helft te verklaren door de komst van asielzoekers, vooral uit Syrië. Asielzoekers met een verblijfsvergunning kunnen een beroep doen op de bijstand. Ook komen meer jongeren en ouderen in de bijstand door veranderde wetgeving.

Sommige Rotterdamse uitkeringsgerechtigden moeten zwerfvuil verzamelen. De havenstad weet de groei van de bijstand beter te beperken dan de drie andere grote steden.

Architect en regisseur van de Rotterdamse aanpak is Maarten Struijvenberg, wethouder Sociale Zaken namens Leefbaar Rotterdam. ‘De gemeente stort jaarlijks € 550 mln op de rekeningen van mensen in de bijstand. Dus dat is nog exclusief de uitvoeringskosten. Anders gezegd: van iedere € 7 die we uitgeven, gaat er één naar een bijstandsuitkering. Ik vind het mijn taak daar werk van te maken en mensen met een uitkering te wijzen op hun verantwoordelijkheid.’

Afstand tot arbeidsmarkt

Wat is het geheim van Rotterdam? Het begint ermee dat de instroom zo veel mogelijk wordt ingeperkt door in samenwerking met het UWV en uitzendbureaus een tijdige match voor mensen in de WW te vinden. Voor iedereen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt die toch een bijstandsuitkering aanvraagt, geldt dat hij of zij zich twintig uur per week beschikbaar moet houden voor onder andere werkzaamheden. Dit programma heet ‘Werk Loont’ en heeft blijkbaar een afschrikwekkende werking. De instroom daalt daardoor flink.

Mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt komen in een ander programma, Tegenprestatie geheten. Deze groep moet 20 uur per week vrijwilligerswerk naar keuze doen. Volgens Struijvenberg is het primaire doel daarbij niet om iedereen aan het werk te krijgen. maar hun vaardigheden te vergroten en het gevoel van eigenwaarde te laten toenemen. ‘Natuurlijk vinden sommigen het onrechtvaardig of ze zijn angstig met anderen te werken. Maar een gedeelte geeft toe deze stok achter de deur nodig te hebben. En ze krijgen weer eens een compliment als ze het goed doen.’

Handhaving aangescherpt

Ook is de handhaving aangescherpt. Zo zijn per jaar 3000 dossiers nog eens minutieus doorgelicht op rechtmatigheid, met als resultaat dat 15% van de onderzochte uitkeringen is beëindigd.

De Leefbaar Rotterdammer Struijvenberg heeft bij zijn aantreden in 2014 zichzelf en de gemeente als doel gesteld binnen vier jaar 12.000 mensen naar werk te begeleiden.

Struijvenberg wil geen oordeel geven over de reden waarom de andere grote steden achterblijven. Wel merkt hij fijntjes op: ‘Interessant is te constateren dat alle steden een andere politieke kleur hebben. De PvdA in Den Haag, de SP in Amsterdam, D66 in Utrecht.’

Papier prikken

Wethouders uit de andere drie grote steden reageren enigszins smalend over de Rotterdamse aanpak en doen het beleid als ‘verplicht papier prikken’, maar bevestigen niettemin de verschillen.

‘De uitkomsten kloppen helemaal’, zegt Arjan Vliegenthart strijdlustig. ‘Het is het directe gevolg van een meer restrictief beleid.’ De Amsterdamse wethouder Sociale Zaken namens de SP maakte vorig week bekend dat In 2016 ongeveer 6000 Amsterdammers met een bijstandsuitkering weer aan het werk zijn gegaan, een veel hoger aantal dan de beoogde 4200. Daarnaast zijn bijna 7000 jongeren begeleid naar een opleiding en/of werk. Ruim 4000 langdurig werkeloze Amsterdammers vonden een ‘zinvolle dagbesteding’. Welke stad doet het nu beter? ‘Nu zie je in de praktijk gebeuren waar het kabinet om heeft gevraagd. Verschillen in lokale aanpak krijgen verschillende uitkomsten. Een linkse wethouder werkt anders dan een rechtse.’

Uitkering als recht

Over het uiteindelijke resultaat van de optelsom van in- en uitstroom zijn de wethouders het oneens. Beide steden kennen op dit moment een bijstandspopulatie van rond de 40.000. De Rotterdammers houden vol dat hun aanpak meer oplevert, maar Vliegenthart ontkent dat: ‘De ironie is ook wel weer dat 010 en 020 elkaar volgens mij niet eens zoveel ontlopen. Wij krijgen meer mensen aan het werk, in Rotterdam krijgen minder mensen een uitkering. Het is niet mijn aanpak. Ik zie een uitkering als een recht en ik ben trots op de manier waar wij omgaan met mensen zonder werk.’

De gemeente Utrecht houdt zich in een schriftelijke reactie op de vlakte:’De effecten van de economische crisis waren in Rotterdam eerder én anders voelbaar dan in bijvoorbeeld Utrecht. De Utrechtse — vooral dienstverlenende economie — herstelt zich ook wat later . De instroom in 2016 is voor Utrecht gedaald ten opzichte van 2015.’

Bron: Het Financieele Dagblad, 24 februari 2017