Blog Sociaal Verhaal, 20 maart 2017.

Dit is de eerste blog van Sociaal Verhaal. Via onze blog zullen wij wekelijks verslag doen van de schrijnende situaties waarover met ons contact wordt opgenomen.

Zo werden wij vanmorgen geconfronteerd met een dreigende openbare verkoop van een auto door de gemeentelijke belastingdienst Den Haag. De vordering van de gemeente betrof openstaande parkeerboetes ten bedrage van ongeveer duizend euro. De auto was meer dan tien jaar oud en de vrije vraagprijs van de auto bedroeg, volgens vergelijkbare auto’s op marktplaats, gemiddeld vijfhonderd euro. In de executiepraktijk is het zo dat de executieopbrengst van een auto door een belastingdeurwaarder of een gerechtsdeurwaarder, veelal een fractie van de vrije verkoopwaarde van de auto beloopt. In deze situatie zal de bruto executie-opbrengst van de inbeslaggenomen auto dan ook niet meer dan rond de honderd euro bedragen. De gemeente was echter niet te vermurwen en wilde hoe dan ook de openbare verkoop van de auto doorzetten. De gemeente verloor daarbij uit het oog dat de beslagkosten en de openbare verkoopkosten van de auto, de bruto executieopbrengst van de auto (lees: maximaal honderd euro), ruim te boven zullen gaan. Dit betekent dat de schuldenaar in kwestie, ná een verkoop van zijn auto door de gemeentelijke belastingdeurwaarder, met een hogere schuld zal komen te zitten, dan in geval zijn auto niet door de gemeente executoriaal wordt verkocht. Dit kan en mag niet de bedoeling zijn van executiemaatregelen. De ratio van de wetgever is immers dat bij een executie, de vordering waarvoor geëxecuteerd wordt, grotendeels vanuit de executieopbrengst wordt voldaan. In dit geval was het de gemeente op voorhand duidelijk, dat  beslaglegging en opvolgende verkoop van de auto, niet zal leiden tot een delving van de vordering van de gemeente waarvoor beslag was gelegd. Sterker nog; de gemeente had beter moeten weten en niet moeten overgaan tot beslaglegging op de auto. Maar nee, de gemeentelijke belastingdeurwaarder maakt rücksichtslos beslagkosten en gaat vervolgens – tegen beter weten in – een openbare verkoop van de auto plannen.  In de huidige situatie zijn zowel de schuldeiser en de eigenaar van de auto hiermee niet gediend. De vordering wordt na de openbare verkoop immers verhoogd met de beslag- en executiekosten van de gemeentedeurwaarder en de schuldenaar is bovendien zijn auto kwijt.  Een dergelijk executieresultaat is in strijd met de geest van het beslag- en executierecht en de belastingdeurwaarder maakt feitelijk misbruik van zijn bevoegdheden door de openbare verkoop van de auto toch door te willen zetten. En omdat de betreffende belastingdeurwaarder handelt in opdracht van de gemeente, is zijn executiemaatregel bestuursrechtelijk gezien, aan de gemeente toe te rekenen. De gemeente heeft zich – als bestuursorgaan – aan de ‘algemene beginselen van behoorlijk bestuur’ te houden. In dit geval is er sprake van schending van het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur ‘détournement de pouvoir’ . In het Nederlands betekent dit ‘misbruik van bevoegdheden’ door het overheidsorgaan. De gemeente en haar belastingdeurwaarder handelt in strijd met dit ‘beginsel van behoorlijk bestuur’ door een auto te willen verkopen waarvan zij op voorhand wetenschap heeft, dat haar vordering aan parkeerboetes op de schuldenaar niet tot enig positief verkoopresultaat zal leiden. De schuld van de autobezitter wordt alleen maar hoger als zijn auto door de gemeentelijke deurwaarder wordt verkocht. Zoals eerder aangegeven, wil de gemeente van geen wijken weten. Sociaal Verhaal heeft de betreffende schuldenaar geholpen om een executiegeschil op te werpen bij de voorzieningenrechter, om de openbare verkoop van zijn auto tegen te houden. De voorzieningenrechter zal één dezer dagen uitspraak doen over de rechtmatigheid van de inbeslagname en de aangezegde openbare verkoop van zijn auto door de gemeente. Via onze wekelijkse blog houden wij u van de actuele ontwikkelingen op de hoogte.