overheid

Bijstand

Is uw uitkering stopgezet en heeft u geen inkomen? Dan heeft u theoretisch recht op  bijstand.

Op grond van de wet ‘Werk en Bijstand’ heeft iedereen in Nederland recht op algemene bijstand.

Algemene bijstand is een uitkering die u kunt ontvangen als u niet (meer) kan voorzien in uw levensonderhoud en geen recht hebt op een andere uitkering of regeling.

Indien u uw baan bent kwijtgeraakt, of als u werkt als zelfstandige en u verdient (tijdelijk) niets, dan heeft u in beginsel recht op algemene bijstand van de Gemeente.

Bovendien kunt u recht hebben op bijzondere bijstand. Bijzondere bijstand is een eenmalige uitkering die u kunt ontvangen als u noodzakelijke kosten hebt, die u niet van uw huidig inkomen kan betalen.

Tot slot kan de situatie zich voor doen dat u recht heeft op aanvullende bijstand. Deze zogenaamde langdurigheidstoeslag is een jaarlijkse toeslag die u kunt ontvangen als u langdurig een laag inkomen heeft en u geen zicht heeft op inkomensverbetering.

Wij kunnen voor u vrijblijvend onderzoeken of u op korte termijn recht heeft op bijstand van de Gemeente. Tevens kunnen wij voor u een aanvraag indienen bij de Gemeente voor een bijstandsuitkering. Ook indien u al zelf een uitkering bij de ‘Dienst Werk & Inkomen’ (DWI) van de Gemeente heeft aangevraagd en ouw aanvraag is afgewezen, dan kunnen wij voor u bezwaar maken tegen deze afwijzing en zonodig bij de Rechtbank in beroep gaan of een voorschot vorderen van de Gemeente.

Wanneer recht op bijstand ?

U heeft recht op bijstand als u niet genoeg inkomen of vermogen heeft om in uw levensonderhoud te voorzien en u geen recht heeft op een andere uitkering van bijvoorbeeld het UWV, de DUO of de SVB. Met bijstand kunt u een periode overbruggen totdat u weer betaald werk heeft. De gemeente en het UWV helpen u tijdens de bijstand met het vinden van geschikt werk.

Voorwaarden bijstand

Recht op bijstand heeft u als u voldoet aan de volgende voorwaarden:

U bent woonachtig in Nederland en u staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op een adres in Nederland.

U bent achttien jaar of ouder.

U heeft geen inkomen of te weinig inkomen om in uw levensonderhoud te voorzien. Als u samenwoont, of u voert een gezamenlijke huishouding met iemand, dan telt het inkomen en het vermogen van uw partner mee.

U heeft geen recht op een andere uitkering. U dient eerst zelf na te gaan of u een uitkering van een andere instantie kunt krijgen voordat u een beroep op bijstand van de gemeente doet.

U bent niet gedetineerd in een gevangenis of een huis van bewaring.

U staat ingeschreven als werkzoekende op werk.nl en u werkt mee met de gemeente om werk te vinden.

U heeft geen vermogen boven de vermogensgrens bijstand. Het gaat daarbij niet alleen om spaargeld maar ook om bezit zoals een auto of een dure verzameling. U dient dan eerst uw vermogen op te maken totdat u recht op bijstand van de gemeente heeft. De vermogensgrens 2016 voor bijstand ligt voor een alleenstaande op € 5.920, voor een alleenstaande ouder en voor een gezamenlijke huishouding op € 11.840. U kunt pas bijstand bij de gemeente aanvragen als uw vermogen onder deze vermogensgrens ligt.

Bijstand en eigen huis

Wanneer u een huis bezit met daarop een hypotheek, dan bekijkt de gemeente wat de overwaarde van uw woning is. Deze overwaarde telt dan mee voor de vermogensgrens. Het verschil tussen de huidige waarde van uw huis en uw hypotheek merkt de gemeente aan als vermogen voor de bijstand. Als de overwaarde op uw huis boven de vermogensgrens uitkomt, dan krijgt u geen bijstand van de gemeente. U moet dan eerst uw huis verkopen, of een lening afsluiten op basis van de overwaarde van uw huis, met welk bedrag u dan in uw levensonderhoud dient te voorzien.

Dus denkt u dat Sociaal Verhaal u van dienst kan zijn? Neem gerust contact met ons op en wij zullen de mogelijkheden met u bespreken!

Plichten bijstand – arbeidsplicht

Krijgt u eenmaal bijstand van de gemeente, dan heeft u een aantal plichten waaraan u moet voldoen om uw recht op bijstand te behouden.

De belangrijkste plicht voor bijstand is de arbeidsplicht. U moet werk dat u door de gemeente of het UWV wordt aangeboden aanvaarden en behouden. U moet zich inschrijven als werkzoekende bij een uitzendbureau. Wanneer u naar een andere gemeente wilt verhuizen, dan moet u al voordien actief naar werk zoeken in deze gemeente en dit ook kunnen aantonen bij uw aanvraag bijstand bij de gemeente. Als u in een andere stad kunt werken, dan de gemeente waarvan u bijstand ontvangt, dan bent u verplicht dit werk te aanvaarden wanneer de reistijd niet langer dan drie uur per dag is. U moet opleidingen volgen als de gemeente dit voorstelt om uw benodigde kennis en vaardigheden te behouden of te verkrijgen. Dit om snel werk te kunnen vinden. Als de gemeente u ondersteuning of scholing oplegt voor uw arbeidsinschakeling, dan bent u verplicht hieraan mee te werken. Uw kleding, persoonlijke verzorging of uw gedrag mogen niet het krijgen van werk tegengaan.

Tegenprestatie bijstand

Tot slot kan de gemeente u met behoud van uitkering te werk stellen voor maximaal 32 uur per week in de vorm van vrijwilligerswerk of bijvoorbeeld op een sociale werkplaats of ander maatschappelijk zinvol werk. Dit heet tegenprestatie bijstand. De gemeente bepaalt de inhoud van uw tegenprestatie en de duur. Als u de tegenprestatie bijstand weigert, dan kan de gemeente uw bijstandsuitkering verlagen. Als alleenstaande ouder met de volledige zorg voor een kind van vier jaar of jonger of als u arbeidsongeschikt bent, dan wordt u vrijgesteld van uw tegenprestatie voor de bijstand. Als arbeidsongeschikte legt de gemeente u wel de plicht op om mee te werken aan re-integratie om zo snel mogelijk weer betaald werk te krijgen. Het aanleren van nieuwe vaardigheden valt daar ook onder.

Wanneer u niet voldoet aan deze plichten voor bijstand, dan mag de gemeente u sancties opleggen. Bijvoorbeeld door verlaging van uw bijstand met minimaal één maand en maximaal drie maanden voor 100% van uw bijstandsuitkering. Uiteraard mag de gemeente uw uitkering niet verlagen of een strafkorting bijstand opleggen als u niets te verwijten valt. Ook uw persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld ziekte) kunnen verhinderen dat de gemeente uw bijstand kort.

Overige plichten bijstand

U dient zich correct te gedragen tegen uw bijstandsambtenaar van de gemeente. Wanneer u zich misdraagt, dan mag de gemeente uw bijstand verlagen. Uw medewerking is verplicht als de gemeente daarom vraagt. Als de gemeente uw woning wil bezoeken, dan bent u verplicht mee te werken aan dit huisbezoek en moet u de bijstandsambtenaren toegang tot uw woning verlenen. De gemeente mag bij u thuis komen om uw recht op bijstand vast te stellen. De gemeente onderzoekt dan bijvoorbeeld of u wel woont op het adres of dat er geen andere mensen wonen. Dit doet de gemeente aan de hand van bijvoorbeeld kleding, eten in de koelkast, uw energieverbruik en persoonlijke bescheiden zoals foto’s. Als u het huisbezoek weigert, dan mag de gemeente uw bijstand korten of stopzetten. U moet altijd over een geldig legitimatiebewijs beschikken. Als uw ID-bewijs is verlopen, mag de gemeente uw aanvraag bijstand afwijzen. U bent verplicht om de gemeente alle inlichtingen te verstrekken die de gemeente nodig heeft om uw aanvraag bijstand te beoordelen en om vast te stellen of u er nog recht op heeft. De gemeente kan bijvoorbeeld uw bankafschriften over een periode van zes maanden opvragen en u vervolgens aan de hand van de transacties op uw bankrekeningen verdere informatie vragen. U mag niet zonder toestemming van de gemeente op vakantie en als er wijzigingen zijn die van belang kunnen zijn voor de gemeente om uw recht op bijstand vast te stellen, dan bent u verplicht om deze informatie zelf aan de gemeente door te geven. Ook in al deze gevallen geldt, dat als u niet meewerkt of niet aan uw informatieplicht voldoet, de gemeente uw bijstand mag stopzetten of verlagen.

Beslissing gemeente over stopzetting of verlaging bijstand

Wanneer u van uw bijstandsambtenaar van de gemeente te horen krijgt dat uw uitkering wordt stopgezet of wordt gekort vanwege schending van één van uw plichten voor bijstand, vraag dan om een schriftelijke bevestiging van deze mededeling van de bijstandsambtenaar. Zodra u een schriftelijke bevestiging heeft van de korting of stopzetting bijstand, dan heeft u zes weken de tijd om bezwaar te maken tegen deze beslissing van de gemeente. Maakt u niet tijdig bezwaar, dan wordt de korting of de stopzetting bijstand onherroepelijk en dient u bijvoorbeeld weer een nieuwe aanvraag bijstand bij de gemeente in te dienen. Gedurende de behandeling van uw nieuwe aanvraag bijstand, krijgt u dan geen uitkering van de gemeente. Heeft u een brief van de gemeente ontvangen over stopzetting of strafkorting bijstand en u weet niet hoe u bezwaar moet maken, neemt u dan contact op met Sociaal Verhaal. Wij kunnen u adviseren of u bezwaar kunt maken en zo nodig kunnen wij u voorzien van een gratis advocaat bezwaar bijstand.

Dus denkt u dat Sociaal Verhaal u van dienst kan zijn? Neem gerust contact met ons op en wij zullen de mogelijkheden met u bespreken!